24 JUNI 1999 281 deze regeling. De vraag bij de tweede groep is met name of die groep dezelfde is als de groep die ons oorspronkelijk voor ogen stond, en of die groep daar dus ook is geregistreerd. De tweede vraag is of de evaluatie die over een halfjaar plaatsvindt wel de mogelijkheid biedt om een goed inzicht te krijgen of die bredere doelgroep nu werkelijk wel of niet is bereikt. Mogelijk kan dit probleem worden opgelost door de begeleidingsgroep uit te breiden. Waarom zijn er geen mensen uit de bewoners organisaties bij die begeleidingsgroep betrokken? Dat zou misschien de evaluatie in dat opzicht kunnen vergemakkelijken. Wat betreftde kosten het volgende. De initiële kosten zijn gedekt en de exploitatiekosten zijn gebonden aan een maximumbedrag van ƒ75.000,- -. Dat is wat ons betreft geen openeinderegeling. Indien mocht blijken dat de doelgroep in het eerste halfjaar al zoveel groter is dan nu wordt verondersteld dan verwachten wij dat de wethouder hiermee terugkomt naar de commissie. De heerLEUNISSE De Parel van het Zuiden is al sinds de invoering van het parkeervergunningenstelsel in Breda, in principe tegen dit stelsel geweest. Maar door de grote instroom van buiten Breda kan Breda bijna niet anders. Wij hebben altijd ervoor gepleit dat de inwoners van Breda daarvan niet de dupe moeten zijn. Uiteindelijk is er na heel lang touwtrekken en praten een stapje gezet naar een stelsel voor een zeer kleine groep mensen, die daarvan wordt ontlast. Hoewel wij daarvoor enige sympathie hebben, vinden wij het niet ver genoeg gaan. Wij zullen tegen dit voorstel stemmen. Wethouder OOMEN Het is inderdaad juist wat door mevrouw Van Weezei is opgemerkt, dat wij met dit voorstel nog geen ervaring hebben. De getallen die zijn genoemd zijn prognoses en de vraag zal zijn in hoeverre deze straks overeenkomen met de realiteit. Ik heb in de commissie gezegd dat ik, mocht het zo zijn dat al heel in het begin duidelijk is dat er sterke afwijkingen zijn van de uitgangspunten, zo snel mogelijk nog vóór dat halfjaar in de commissie zal melden hoe we daarmee verder omgaan. Ik heb daarin ook namens het college gemeld dat onze opvatting is dat we moeten zorgen dat de zorg daar terechtkomt waar deze thuis hoort. In die zin kan het niet zo zijn dat de bezoekerspas een alibi kan zijn om bijna gratis te parkeren in de binnenstad. Daar gaat het niet om en ik heb begrepen dat u er ook zo over denkt. Nogmaals, het gaat erom dat de zorg daar wordt gegeven, althans in financiële zin, waar deze terecht hoort te komen. In de richting van de heer De Roos van GroenLinks moet ik zeggen dat ik mij niet kan herinneren dat ik in mijn commissie het woord 'fraude' of iets van dien aard heb gebruikt. Ik heb De heer DE ROOS Dat woord heb ik ook niet genoemd, wethouder, ik heb het gehad over, geparafraseerd, 'het risico van misbruik'. Als u het hebt over 'het voorkomen van gratis parkeren in de binnenstad', dan denk ik dat we het toch ook over hetzelfde hebben. Wethouder OOMEN Ik denk dat het hierop aankomt: we houden de doelgroep beperkt, in die zin dat je probeert de mensen in beeld te krijgen om wie het echt gaat, en hoe kleiner de groep hoe makkelijker te implementeren. Bovendien is in de commissie in de discussie naar voren gekomen dat we na een halfjaar zullen kijken waar de haken en ogen zitten, dus waar de echte knelpunten zitten. Daarbij moeten we wel rekening houden met het feit dat er een kostenplaatje aanzit en omdat de aantallen voor ons moeilijk zijn in te schatten, hebben we het voorlopig bepaald op het bedrag zoals hier in dit stuk wordt genoemd. Ik ben overigens zeer blij namens het college met de positieve verklaringen die door diverse partijen zijn uitgesproken met betrekking tot de invoering hiervan. In de richting van D66, daar waar het gaat of we nu via deze twee indicatoren de juiste doelgroepen bereiken, denk ik dat het voor mij moeilijk is om nu al namens het college te zeggen dat we die doelgroep via deze twee indicatoren echt zullen bereiken, maar ik hoop dat we ook die gegevens in het komende halfjaar naar boven krijgen en dat ik dan nog wat exacter in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 281