24 JUNI 1999 282 commissie en naar uw raad toe de knelpunten kan aangeven. Ik denk dat ik in zijn algemeenheid de vragen heb beantwoord. Het waren er maar enkele. TWEEDE TERMIJN De heer DE ROOS Ik wil toch nog even terugkomen op de voorgenomen evaluatie na een halfjaar. Ik vraag mij af wat er valt te evalueren als de doelgroep die volgens deze regeling wordt bereikt zo beperkt is. Op een gegeven moment kun je tot de conclusie komen dat er een aantal mensen van deze doelgroep wordt bereikt, maar je weet niet of daarmee aan alle behoeften, aan alle noden is tegemoetgekomen. Anders gesteld, stel dat je een ruimere regeling zou hebben ingevoerd, een regeling zoals door ons is bepleit, dan is het veel praktischer om na een halfjaar te evalueren, want dan kun je zien in hoeverre het gebruikmaken van de regeling zodanig de pan uitrijst dat het vermoeden is gewettigd dat er in zekere zin misbruik wordt gemaakt. Dus, wethouder, met het verhaal van die evaluatie kan ik eerlijk gezegd niet uit de voeten. Wethouder OOMEN Heel in het kort. Dit is frappant, want de heer De Roos is een van de leden in de raad die regelmatig in mijn commissie vraagt om bepaalde dingen te evalueren. Nou zeg ik de evaluatie spontaan toe en dan ineens heeft hij bedenkingen tegen de evaluatie. Dus dat begrijp ik niet. Waarover het college absoluut met u van mening verschilt is het volgende. Het is onvoorstelbaar in de praktijk dat je een doelgroep die je breed insteekt later kunt mitigeren. Dat behoort volgens het college niet tot de mogelijkheden. Wat wel tot de mogelijkheden kan behoren is, als je een beperkte doelgroep kiest en na een halfjaar zou blijken dat er inderdaad knelpunten zijn, dat het gewettigd is om de doelgroep uit te breiden. Maar dat is precies van a naar b werken en u werkt van b naar a. De heer DE ROOS Bij interruptie, of 'naruptie', zoals dat heet. Ik kan niet helemaal volgen wat de wethouder in dit opzicht probeert duidelijk te maken. Mijns inziens kun je door middel van die evaluatie in ieder geval niet erachter komen welke groep, die buiten de nu vastgestelde doelgroep valt, niet wordt bereikt en die wel had moeten worden bereikt volgens de intentie van de motie van destijds. De VOORZITTER Dat was een lange interruptie, of hoe heet dat? Een 'naruptie'. Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks en de Parel van het Zuiden geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. 109. NOTITIE UITGIFTE SNIPPERGROEN. 110. VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET GEBIED VAN HET IN VOORBEREIDING ZIJNDE BESTEMMINGSPLAN "ADRIAAN KLAASSENSTRAAT". Akkoord. 111. VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN GEDEELTE VAN HET LANDELIJK GEBIED VAN TETERINGEN. De heerLEUNISSE Het is bekend dat de Parel van het Zuiden geen voorstander is van een uitbreiding daar met 3.000 woningen. Wij zullen dus tegen dit voorstel stemmen. De VOORZITTER Dank u wel. Daar nemen wij notitie van. Dan is aldus besloten en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 282