26 AUGUSTUS 1999
311
rest gebeurt, zodat de overlast niet onnodig wordt vergroot en er efficiënt met het
gemeenschapsgeld wordt omgesprongen. Het tweede punt betreft de bushalte in de
Brigidastraat. Het lijkt ons logisch dat zolang de bus daar rijdt de bushalte daar ook blijft.
Wethouder OOMEN
Deze zaak is in de commissie aan de orde geweest. Wij zullen kijken of de betreffende
werkzaamheden gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd.
Akkoord.
142. LOKALE BEWEGWIJZERING BREDA.
De heer KWAKKENBOS
Op de eerste plaats wil ik vaststellen dat het een heel mooi stuk werk is geworden, waarin
de randvoorwaarden en de doelstellingen erg duidelijk zijn vastgelegd. De VVD rekent
erop dat de bedrijven en instellingen die niet exact aan de randvoorwaarden voldoen toch
de mogelijkheid krijgen om voor eigen rekening een smaakvolle vorm van bewegwijzering
te laten plaatsen. Door de wethouder is in de commissie Stadsbeheer toegezegd dat in
deze situaties soepel en vooral praktisch zal worden gehandeld. Daarmee verdient het
plan onze volledige steun.
De heerSCHELTENS
In de commissievergadering hebben wij ook enkele opmerkingen gemaakt. Ik heb
gekeken naar het hoofdstuk 'Aanpassingen conceptnota na consultatie', dat in het
raadsvoorstel is opgenomen. Dit hoofdstuk heeft een aantal toevoegingen gekregen, die
betrekking hebben op consultatie van derden. Ik vind dat een commissiebespreking ook
een vorm van consultatie is. In dat kader mis ik onze opmerking over het plaatsen van
plattegronden bij de invalswegen van Breda, waar je ook een kaart van Breda kunt
trekken door het inwerpen van, laten we zeggen, een rijksdaalder, of eventueel, en dat
kan reeds in enkele plaatsen van Nederland, een computeruitdraai ter plekke te verzorgen
met de plaats die wordt gezocht en de weg er naartoe. In Nederland zijn daartoe
mogelijkheden. Wij hebben daarover in positieve zin vragen gesteld, in de zin van: dat is
wellicht een goede toevoeging. Ik heb daarvan niets teruggevonden. Ik zou graag willen
horen of er nog wel naar wordt gekeken.
Wethouder OOMEN
In de richting van de heer Scheltens het volgende. U heeft dat tijdens de
commissievergadering inderdaad opgemerkt. Toen is, zover mij bekend, geantwoord dat
hiermee binnen het bestaande krediet geen rekening is gehouden. Ik weet niet of er,
nadat het werk is uitgevoerd, nog een restant is. Ik kan u wel toezeggen dat ik aan dat
punt nog aandacht zal besteden, maar het is nu nog niet meegenomen.
TWEEDE TERMIJN
De heerSCHELTENS
Dus u sluit niet uit, sterker nog, u doet de toezegging dat er in de toekomst wel degelijk
naar gekeken gaat worden.
Wethouder OOMEN
Ja, maar het moet haalbaar zijn binnen de financiële randvoorwaarden.
Akkoord.
143. HET AFWIJZEN VAN EEN VERZOEK OM PLANSCHADEVERGOEDING STRIJBEEKSEWEG
19, ULVENHOUT.