28 JANUARI 1999 33 meegenomen. Deze borden zijn er, naar onze mening, ten behoeve van de opkomstbevordering voor de verkiezingen, waarvoor de gemeente nu juist geld beschikbaar heeft gesteld. Het zou eigenlijk te gek voor woorden zijn als een jarenlange traditie, waarin ook is geïnvesteerd, nu plotseling niet meer zou mogen. Hierover heeft ook geen enkele discussie in de commissie plaatsgevonden. Ik denk dat we zo niet met elkaar omgaan. In 1997 hebben we de drievlaksborden geregeld voor commerciële en culturele evenementen. Naar onze mening vallen de verkie zingsborden daar niet onder. Voor de lichtmastreclame is een conceptcontract in voorbereiding. Vorig jaar, en dat is ook al door mevrouw Van Weezei naar voren gebracht, hebben er Tweede- Kamerverkiezingen plaatsgevonden. Toen hebben er nog volop lichtmastborden gehangen van legio partijen die hier vanavond ook aanwezig zijn. Zij hebben die vorig jaar, nadat het in 1997 was geregeld, toch opgehangen. De aanplakborden, die nu door de gemeente zijn weggezet, staan ook niet in dit gemeentelijk Buitenreclameplan. Bovendien, zoals de heer Schreiner zegt, zijn ze ook niet adequaat, want we kunnen er eigenlijk weinig mee. Ik moet u eerlijk zeggen: zoals ze eruit zien, ze zien er niet uit. Het Buitenreclameplan beoogt, volgens eigen woorden, het bieden van de mogelijkheid om aan ondernemers en culturele instellingen in de openbare ruimte bekendheid te geven aan hun naam en producten. Hier vallen, ook naar mijn mening, de politieke partijen heel duidelijk niet onder. Een al tientallen jaren bestaande traditie, die bij de verkiezings campagne hoort en ook de nodige kleur daaraan geeft, mag niet op deze manier de nek worden omgedraaid, en toch zeker niet zonder dat hieraan in de commissie een discussie is gewijd. De heer SCHRODER Ik kan mij volledig aansluiten bij de woorden van mevrouw Van Weezei en de prachtige opmerkingen van de heer Van der Westerlaken, die met een aantal hele rake opmerkingen de spijker op de kop slaat. Ik zal dat onderdeel dan ook niet herhalen. Ik wil er alleen aan toevoegen dat ik reeds in de commissie namens GroenLinks mijn steun heb betuigd aan de opmerkingen die de heer Kwisthout ten aanzien van de openbare plakplaatsen en de relatie tot vrijheid van meningsuiting heeft gemaakt. Ik denk dat de verkiezingsborden met name vallen onder de vrijheid van meningsuiting, waarvoor een behoorlijke plakgelegenheid, publicatiegelegenheid zou moeten zijn. Om die te beperken tot de vijf mogelijkheden die het Buitenreclameplan creëert is per definitie te weinig, en dat is het zeker als je het relateert aan het aantal partijen dat in Breda meedoet aan de verkiezingen. Zij moeten hun uitingen over een behoorlijk deel van de stad kunnen verspreiden. Gelet op de combinatie verkiezingen en de beperkte mogelijkheid van vrije meningsui ting ben ik geneigd te veronderstellen dat dit in strijd is met artikel 7 van de Grondwet. Ik denk dat u daar ook eens naar zou moeten kijken. Maar het is, naar mijn mening, verstandiger als we, in de lijn van datgene wat de heer Van der Westerlaken zegt, vaststellen dat de verkiezingsui tingen niet onder de strikte formulering, zoals die op dit moment in het Buitenreclameplan Breda staat opgenomen, vallen. Daarop hoeft dan niet een uitzondering te worden gemaakt. Neen, we zouden het eigenlijk als heel logisch moeten beschouwen dat we hier met elkaar vaststellen dat deze uitingen hier niet zijn bedoeld, maar dat het juist een andere doelgroep betreft die onder het plan valt. Voor het overige hebben wij, ook in de commissie, onze complimenten voor het plan als zodanig uitgesproken. Daar doen de voorgaande opmerkingen ook niets aan af. De heer KWISTHOUT In de commissievergadering hebben wij aandacht gevraagd, en de heer Schroder verwees er al naar, voor het vrij plakken, dus zonder toestemming vooraf of kosten je mening kunnen uiten. Wij vinden de vijf permanente borden, die in het plan zijn genoemd, te weinig. Dit Buitenreclame plan is ook onder de aandacht gekomen door het in de praktijk verbieden van afficheborden voor de verkiezingen. De vergunningen die altijd aan de politieke partijen zijn afgegeven worden nu geweigerd en men moet maar commerciële ruimte huren, die overigens allemaal al is verhuurd, getuige de brief van de heer Verpaalen. In feite komt het erop neer dat onze lantaarnpalen, die al sinds tientallen jaren een doel hebben gehad voor de verkiezingen, nu zijn geprivatiseerd. Wij zijn geen tegenstander van een standaardisering als het gaat om commerciële reclame-uitingen in de stad. Wel vinden wij dat de vrijheid van meningsuiting hoog moet worden gehouden en, wat ons betreft, hierbuiten valt. Wij zouden graag zien dat het plan zo wordt gewijzigd, of zo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 33