30 SEPTEMBER 1999
368
De heer ADANK
Bij interruptie. Op 29 juni 1995, en dat is nu ruim vier jaar geleden, heeft u al toegezegd
dat er voor Ginneken een speciale nota zou worden ontwikkeld in het kader van de
regelgeving en handhaving, waarin alle problemen ten aanzien van horeca et cetera
zouden worden vervat. Wij wachten daar nog steeds op. Het toezeggen van een nieuwe
nota is dus niet nodig, want u heeft er al een toegezegd. Het is al wel wat lang geleden,
maar toch.
De VOORZITTER
Dat is lang geleden, maar ik zal het nog even nakijken, en dan slik ik datgene wat ik
zojuist heb gezegd in. Ik bewonder uw geheugen, met name wat Ginneken betreft.
De heer ADANK
Ik zou een boekje kunnen opendoen en dan zou het, denk ik, erg stil worden. Maar dat
bewaar ik voor een andere keer.
De VOORZITTER
Prima, dat was ook de afspraak. Mijnheer Adank, u heeft het gezegd: we missen één
partner, namelijk de gasten in de binnenstad. U komt zelf ook niet helemaal met een
oplossing. Het enige dat ik me zou kunnen voorstellen is de Consumentenbond of de WV,
maar die lijken mij toch ook niet een partner waardoor je binding krijgt met de gasten
zelf. Je zou ook kunnen denken aan monitoring. We moeten nog maar eens kijken of
daarop iets is te vinden. Uiteraard missen wij die partner ook, maar omdat het een
anonieme groep is, met veel bezoekers van buiten, is dat natuurlijk niet zo'n heel
makkelijk punt. Degenen die zich ertoe bereid verklaren om bij wijze van spreken
spontaan vanuit een klankbordgroep daarin zitting te nemen, zijn toch niet de mensen
met wie je problemen hebt, voor wie het convenant toch met name is bedoeld. De kwestie
van de sancties is al door de heer Schroder gemeld. Ik wil mij daarbij heel graag
aansluiten. Het is uiteraard niet zo dat dit een contract is met juridische verbintenissen,
maar wel met morele verbintenissen, want er worden handtekeningen gezet. Wanneer
blijkt dat er een handtekening is gezet maar men houdt zich er niet aan, dan denken wij
dat via de toepassing van bestuursdwang of anderszins kan worden opgetreden, en dat
wij dan met dit convenant achter de hand ook een stuk sterker staan. Ten aanzien van het
punt over de koffieshophouders het volgende. We hebben een belangrijke partner,
namelijk de horeca. Eigenlijk is dat dé partner, en het convenant is er ook naar vernoemd.
Het heet niet gemeentelijk convenant, maar horecaconvenant. Dat betekent dat zij een
heel belangrijke partner in dat geheel zijn. Wanneer zij vinden dat zij niet met de
gedoogde koffieshophouders in één adem moeten worden genoemd, en voorzover ik