30 SEPTEMBER 1999 369 weet volgen zij met deze opstellling de landelijke lijn, dan betekent dat, willen wij dit toch tot een succes brengen, dat we ondanks onze pogingen of anderszins daarvoor buigen. Overigens wil dat niet zeggen dat wij blijven stilzitten, want wij gaan met de koffieshophouders een eigenstandig convenant aan. De eerste gesprekken daarvoor hebben plaatsgevonden, en zij hebben daarmee ingestemd. De bedoeling is om dat convenant zoveel mogelijk een weerspiegeling te laten zijn van dit convenant. Dat zal, denk ik, niet zo'n heel moeilijk traject zijn, en spoedig zal ik bij u daarop kunnen terugkomen. De heer Van Yperen heeft het over het politietoezicht. U weet dat de gemeente geen beheerder meer is van de politieorganisatie en dat wij nu afhankelijk zijn van datgene wat door de regio wordt bepaald. Binnen marginale ruimtes, die er nog in het beleidsvrije terrein van de politie zijn, kunnen we proberen nog het een en ander te realiseren, maar dat is slechts mondjesmaat. Ik heb me ook gerealiseerd dat dat niet zo'n sterk punt is, maar binnen de politieorganisatie is dat het uiterste waarbinnen ze kunnen gaan. En ik heb nog heel wat blaren op mijn tong moeten praten, voordat ik zelfs dit rond kreeg. Ik meld het maar even. Over de sluitingstijden heeft de heer Joosse gesproken, en de heer Kwisthout komt zelfs met een motie hierover. Wij hebben van de verschillende partners vernomen dat, als je daarin verandering zou brengen, zij juist op dit moment een negatieve uitstraling daarvan verwachten. Men zegt: laat het nu maar in één keer gebeuren, dan kunnen we daaraan alle aandacht besteden, dan kunnen we al onze capaciteit daarop inzetten. U weet ook dat er ideeën zijn, en die staan in het convenant, over extra verlichting tijdens het sluitingsuur. Ais je een gespreid sluitingsuur hebt, dan hoef je daar niet aan te beginnen, of je moet zes keer net doen alsof je de boel gaat schoonmaken. Wij denken niet dat dat werkt. Ik wil het wel, dat geef ik heel graag toe, en daarom denk ik niet dat ik de motie nodig heb, in de evaluatie betrekken. Dat heb ik ook eerder toegezegd. In de evaluatie zal worden onderzocht of die sluitingstijden juist zijn. Ter vergelijking zullen wij daarbij ook de onderzoeken van andere gemeenten betrekken. In de evaluatie kom ik daarop terug. Dat mag u zien als een onderzoek. En als u het daarmee eens bent, dan heb ik deze motie niet nodig. Wel zeg ik u toe dat ik in de geest van die motie handel. De heer Joosse zegt: communicatie is belangrijk. Dat is zeker waar. Daaraan zal bijzonder veel aandacht worden besteed, en dat ziet u ook in het plan staan. Inderdaad moet punt 3.7 nog consistent worden gemaakt als de koffieshops niet meedoen, want die staan hier nog vernoemd. De heer Joosse constateert ook dat het een breekbaar compromis is. Dat ben ik helemaal met hem eens, en in de commissie ben ik ook begonnen met dat te melden. De tweederde meerderheid horeca verzekert mij dat we dit weten te realiseren. Echter, wij hebben die handtekeningen nog niet, want die actie begint nu pas aan hun kant. TWEEDE TERMIJN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 369