28 JANUARI 1999 38 De heer VAN DER WESTERLAKEN Uit deze discussie blijkt het cruciale punt. Naar onze mening heeft dit te maken met opkomstbevor dering. Dit heeft weinig van doen met reclame. Nogmaals, ik heb al aangegeven dat we in 1997 een besluit hebben genomen over de driehoeksborden. In 1998 is er niet opgetreden. Dat zou tot het logische gevolg kunnen leiden dat het mag. Als er niet wordt opgetreden, dan kun je ervan uitgaan dat het mag. Ook het feit dat het niet aan de orde is geweest in de De heer BAIJINGS Bij interruptie. Het is niet zo dat alles wat u doet, mijnheer Van der Westerlaken, en waartegen niet wordt opgetreden ook mag. Ik vind u nu als politieke partij wel erg ver gaan. De heer VAN DER WESTERLAKEN Het is ook niet de bedoeling dat ik ertegen optreed, want daarvoor zijn andere instanties, mijnheer Baijings. Mevrouw VAN WEEZEL Bij interruptie. Er zijn daarvoor gewoon vergunningen afgegeven, mijnheer Baijings. Dus het mocht. De heer BAIJINGS Voor de goede orde, eerst wordt er gezegd: het mocht niet, maar er werd niet tegen opgetreden. Nu zegt u weer: het mag wel. Mevrouw VAN WEEZEL Neen, volgens het besluit van juni 1997 zou het vanaf dat moment niet meer mogen, terwijl er gelijktijdig wel vergunningen werden afgegeven. De VOORZITTER Laten we niet te zeer op elkaar inhakken, want anders weten we niet meer wie aan het woord was. De heer VAN DER WESTERLAKEN Ik denk dat er sprake is van een geweldige inconsequentie. Voor ons had dat zeker tot gevolg dat wij hierop tijdens de commissievergadering niet zijn ingegaan. En volgens mij was het toen ook helemaal niet aan de orde. Ik blijf bij deze mening, en daarvoor dient ook de voorliggende motie. Ik denk dat er sprake is van een aantal misverstanden. Ik heb u reeds aangegeven dat een traditie van vele tientallen jaren ook kleur geeft aan verkiezingen. Die mag zo geen einde vinden. De heer SCHRODER Ik ben het daarmee volledig eens. Mijn fractie zal de motie ondersteunen. Verder zijn wij blij met de toezegging die de wethouder richting de heer Gemmeke heeft gedaan, dat handhaving vooralsnog niet aan de orde is. Wij denken dat we de komende verkiezingen nog wel overleven. De heer BOER Dit is toch duidelijk een discussie die in de commissie had moeten plaatsvinden. De VOORZITTER Zo, dat horen wij van u. De heer BOER Maar dat wordt ook door de heer Van der Westerlaken aangegeven. De VOORZITTER Ik ben het daar helemaal mee eens. En ik ben blij dat u dat zegt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 38