28 OKTOBER 1999 389 en nu wordt men gedwongen om het te doen, neen, dat is gewoon een kwestie van een afspraak maken. En die afspraak is voor mij net zo goed en niet anders dan dat daar morgen een rolluik hangt dat aan onze normen voldoet. Als er een goede afspraak kan worden gemaakt, wat is daartegen dan voor bezwaar? Als er daar over een halfjaar of een jaar een rolluik hangt, wat onze bedoeling is, dan is dat toch geen enkel probleem? De heer HAARHUIS Bij interruptie. Ik kan mij nog herinneren uit de vorige raadsperiode, dat dezelfde partij het met ons eens was dat we die regeling zo snel mogelijk moesten doorvoeren. We zijn er uiteindelijk achter gekomen dat we op het punt van de handhaving iets daaraan moesten toevoegen. We doen dat, en nu we uiteindelijk gaan handhaven, lijkt het zelfs of Breda '97 een beetje daarvoor wegkruipt. Dat vind ik merkwaardig want ik kan me herinneren dat ze daaraan in de vorige raadsperiode ruimschoots hun medewerking hebben verleend. Dit is onbegrijpelijk. De heer ADANK Ter interruptie. Als ik de heer Van Yperen hoor, dan betekent dat eigenlijk dat hij hier het gedogen weer tot een usance maakt, terwijl we hebben afgesproken: klip en klaar duidelijk maken, niet meer gedogen. Als ik de heer Van Yperen was, zou ik tegen stemmen. De heer VAN YPEREN Ik begrijp van deze opmerkingen helemaal niets. Ik ben begonnen te zeggen waarom wij dit hebben gesteund. We zijn voor handhaving, maar we kunnen niet begrijpen dat we dat tot de laatste draad moeten doen bij een middenstander die het niet kan betalen. Dat is het enige wat nu anders ligt. De heer KWISTHOUT De heer Haarhuis zei al dat hij zich kon herinneren hoe het in de vorige raadsperiode is gegaan. Ik hoop dat u zich ook kunt herinneren dat wij toen ook de kanttekening van een vangnet en een uitsterfbeleid hebben gemaakt. Daar houden wij nu aan vast. Ik ben het met de heer Van Yperen eens als je zegt dat het niet morgen hoeft. Als we met afspraken kunnen komen en ervoor kunnen zorgen dat volgend jaar alles is ingevoerd en dat niemand echt pijn hoeft te lijden, dan zijn wij dik tevreden. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik wil even ingaan op dat wat de heer Van Yperen nu voorstelt. Als er geen fout was geslopen in datgene wat was vastgesteld dan was u er al eerder mee akkoord gegaan. De situatie gedogen, ik sluit aan op dat wat de heer Adank zegt, komt het college allerminst als een goede oplossing voor, want die toegevendheid komt de gemeenteraad meestal heel erg duur te staan. Dus daarvan zou ik namens het college graag afzien. De VOORZITTER Ik denk dat dit punt voldoende is besproken. Ik neem aan dat de fracties van Breda '97, de SP en de Parel van het Zuiden tegen dit voorstel zijn. Is dat niet zo? De heer VAN YPEREN U schetst dat verkeerd. Wij zijn niet tegen. Wij vragen alleen om op een andere manier op te treden. En dan hoef je niet tegen het voorstel te zijn. De VOORZITTER Maar dat wordt niet toegezegd, en dan bent u toch voor het voorstel? De heer VAN YPEREN Wij blijven voor het voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 389