28 OKTOBER 1999
390
De heer LEUNISSE
Even een stemverklaring. Omdat de wethouder geen enkele toezegging doet en geen
grammetje geeft aan de minstbedeelden van de gemeenschap hier in Breda, stemmen wij
tegen dit voorstel.
De VOORZITTER
Het is overigens niet de wethouder
De heer SCHRODER
Reageert het college ook op die opmerking, of niet?
De VOORZITTER
Het is niet zozeer de wethouder
De heer SCHRODER
De wethouder Sociale Zaken zit, denk ik, niet op te letten, wanneer het hier gaat over de
minderbedeelden in de samenleving. Dat zou vragen om een reactie van het college,
bijvoorbeeld in het kader van de Stadsvisie.
De VOORZITTER
De wethouder Sociale Zaken hoeft niet op te komen voor raadsleden.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van de Parel van het Zuiden en de SP geacht
wensen te worden te hebben tegengestemd.
198. STADSVISIE STEDELIJK ONTWIKKELINGSPROGRAMMA GSB ONDERZOEK GSB/ISV.
De VOORZITTER
Dit is natuurlijk ons hoofdstuk van vanavond. Ik wijs er nog even op dat het herziene
raadsvoorstel u vorige week is toegezonden, dus daarover hebben wij het, en dat is wat
mij betreft dan ook aan de orde.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
U noemde ze net: nota's, heel veel nota's. Onlangs las ik van twee onderzoekers,
Neutelings en Jansen, een goede nota, die wordt gekenmerkt door helder taalgebruik,
een praktische indeling, een handig formaat, een duidelijke opsomming en altijd een
samenvatting, leder van ons kan beoordelen of ook deze nota's daaraan voldoen. Maar
over één ding, denk ik, zijn wij het eens, namelijk dat wij met betrekking tot de tijd wel
wat krap zaten. Helaas kan dat soms ten koste gaan van de kwaliteit. Verder is mijn fractie
de mening toegedaan dat minister Van Boxtel te veel randstedelijk is gericht. De gegevens
zijn genomen van het CPB, het Centraal Planbureau. Breda moet duidelijk een eigen toon
zetten. Wij kunnen niet langs dezelfde meetlat worden gelegd als de grote steden, alleen
al als je kijkt naar de verschillende bevolkingssamenstelling. De Stadsvisie is ambitieus. Ten
tijde van de voorbereiding speelde in onze fractie dan ook regelmatig de vraag: heeft de
raad nog zeggenschap en wanneer? Wij zijn daarover min of meer gerustgesteld, want wij
hebben begrepen dat het, als wij nu akkoord gaan, niet een met de rug tegen de muur
procedure wordt. Bij de Kadernota zullen de financiële uitgangspunten worden besproken
en tevens de uitwerkingen van de ontwikkelingsprogramma's worden getoetst en
beoordeeld. Dat zou ik graag vanavond nog eens horen van het college. In de komende
periode zal de samenhang tussen de thema's wonen, werken, zorg, en cultuur, dat
daaraan zeer terecht is toegevoegd, duidelijk naar voren moeten komen. Ik herinner u aan
het bezoek dat de visitatiecommissie voor het Grotestedenbeleid op 29 en 30 oktober 1997
aan Breda bracht. Men constateerde, en ik citeer: "dat een zinvolle samenhang tussen de
beleidsvelden onvoldoende aanwezig is in Breda. Men name de aanpak van de thema's
zorg en opvang en onderwijs staat nog sterk op zichzelf". Wij zijn nu inmiddels een paar
jaar verder. Een samenhangend beleid verdient prioriteit. Een goed voorbeeld naar mijn
idee, dat ik hier wil noemen, is de notitie Kiezen voor Kansen, die onlangs in de raad is