28 JANUARI 1999 39 De heer BOER Soms herhalen wij wel eens punten uit de commissie, maar wij brengen nooit een totaal nieuw verhaal naar voren. Hierover is in de commissie absoluut niet gesproken. Eigenlijk was het bijna een hamerstuk. Maar iedereen is naderhand enorm geschrokken, onder andere door de vraag van Breda Vooruit. Maar dat was ook zo bij de discussie met de heer Van Os over de adviesraden. Toen ik naar buiten kwam met de mededeling dat de gemeente al de borden had gehuurd voor haar eigen campagne, en daarmee Wethouder VAN OS Dit is toch wel van een iets andere orde dan wat ik in de commissie heb meegemaakt. De heer BOER Neen, daar zat u echt zelf bij. Daarom verbaast ons dit. Wij kunnen ons wel voorstellen dat de raad zo reageert, want wij vinden ook dat er een uitzondering had moeten worden gemaakt. Echter, dan hadden we gezamenlijk een amendement moeten indienen op het voorstel zoals het hier ligt, en niet een motie, want die is dan niet op zijn plaats. Of we moeten nu met een motie of een ordevoorstel komen om het uit te stellen, óf we moeten tegen het totale Buitenreclameplan zijn. Dat zijn de mogelijkheden die we hebben. In feite hoor ik nu massaal dat men een uitzondering wil maken, maar dan heeft men de verkeerde weg gekozen. Wij wachten het antwoord van de wethouder in de tweede termijn af. Wethouder OOMEN Kennelijk heb ik nog een vraag van mevrouw Van Weezei laten liggen. Zij vroeg: hoe zit het met de politieke affichering op particulier terrein? Ik heb dat door juristen laten uitzoeken, en zij zeggen het volgende: op particuliere grond kunnen verkiezingsaffiches, het kenbaar maken van gedachten en gevoelens, worden geplaatst na toestemming van de eigenaar van de grond. De gemeente is niet bevoegd dit te verbieden. Het Buitenreclameplan, dat aan de raad is voorgelegd, beperkt wel overige uitingen van reclame op particulier terrein. Dus dit valt daar niet onder. Mevrouw VAN WEEZEL Bij interruptie. Maar hoe kunt u dat dan voor reclame wel doen? U spreekt over gevoelens. Is reclame ook niet een gevoelen? Het gaat in de discussie om: wat is reclame en wat is verkiezing? Dat is de basis. Wethouder OOMEN Dan moet u bij de wetgever zijn. De VOORZITTER Dat is op zich wel duidelijk. Gedachten en gevoelens zijn een mensenrecht, en reclame-uitingen zijn niet een mensenrecht. Dat is het verschil. De heer KWISTHOUT Voorzitter, voor de duidelijkheid het volgende. In de Grondwet is het zo vastgelegd dat gedachten en gevoelens wel mogen en handelsreclame niet. Daarover bestaat, denk ik, geen misverstand. De VOORZITTER Dat zei ik dus ook. Ik denk dat we moeten overgaan tot besluitvorming. De heer BOER Ik wil een ordevoorstel doen, voorzitter. Ik wil een korte schorsing vragen, omdat onduidelijk is wat er gaat gebeuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 39