28 OKTOBER 1999 400 aanvullingen daarop. Aanvankelijk had ik in de commissie de indruk dat we uw verhaal pasklaar naast ons verhaal zouden kunnen leggen, ook qua visie. Dat hebt u vanavond weer gedaan en in het begin van uw betoog zei u dat u zich niet aan de indruk kon onttrekken dat het eigenlijk ging om een wat onvoldragen visie die in de Stadsvisie aan de orde kwam. Toch oordeelde u aan het eind van de commissievergadering positief over de Stadsvisie. Blijft dat zo en sluit D66 zich aan bij een onvoldragen visie? Dat lijkt mij toch niks voor uw partij. De heer JOOSSE Neen, wij sluiten ons niet aan bij een onvoldragen visie. Wel hebben wij in de commissie erop gewezen, ook nu weer wijs ik erop, dat we het idee hebben dat op een aantal punten, en ik heb die punten ook genoemd, een verdere uitwerking van die visie wel nodig is, om niet alleen maar te kunnen aansluiten en inspelen op ontwikkelingen die gaande zijn, maar ook daadwerkelijk met een eigen beleid daarop te kunnen komen. De heer SCHRODER Dus 'een onvoldragen visie' was een slip of the tongue? De heer JOOSSE Ik heb het niet over de Stadsvisie als geheel, maar ik heb het over een aantal onderwerpen in die Stadsvisie. Dat is, denk ik, het verschil. De heer KWISTHOUT Het is een ambitieus plan: kijken waar we de komende jaren met Breda naartoe willen. Temeer opvallend, omdat de heersende stroming in de politiek, ook de Bredase, van mening is dat het hebben van een visie op de maatschappij en op de samenleving vooral toch iets van vroeger is. Wij vinden het fijn dat ook het college ziet dat het verstandig is om de beruchte onzichtbare hand wat te ondersteunen in het voortstuwen van Breda in de vaart der volkeren. Het hebben van een visie is één, het hebben van de juiste visie is twee, en het hebben van een visie, die wordt gedragen en ondersteund door de bevolking is nog een ander verhaal. Over het feit dat het college een visie heeft heb ik reeds mijn verwondering uitgesproken. Waarom wij een andere visie hebben zal ik zo meteen toelichten. Ik begin even met het draagvlak. De westerse parlementaire democratie heeft de pretentie de wil van het volk optimaal ten uitvoer te brengen. Nu is het al zo, dat de overheid op de belangrijkste aspecten van onze samenleving niets te zeggen heeft, en ook in Breda zien we al dat het college liever privatiseert en marktpartijen inschakelt, zie bijvoorbeeld de ijsbaan, dan zelf democratische zeggenschap over belangrijke zaken te houden. En als er dan zaken zijn waarover de gemeente wel iets te zeggen heeft, dan wil ze het toch vooral voor zichzelf houden. Neem bijvoorbeeld de Haven. Suggesties, die de SP-fractie heeft gedaan om van dit stukje Breda een project te maken van de hele bevolking en niet van ons clubje van 39, door onder andere een prijsvraag te houden, een referendum te organiseren en het uiteindelijke besluit door zoveel mogelijk mensen gedragen te laten worden, worden door het college terzijde geschoven. Wat gebeurt er wel? Men stuurt in enveloppen van de gemeente een lobbyboekwerk op naar de raadsleden waarop een tweetal ondernemers, namelijk Heja en Amstelland, op een, vind ik, misselijkmakende manier proberen een prestigeproject binnen te slepen. In Breda mogen gewone mensen kennelijk niet zo veel meepraten, dat recht is voornamelijk voorbehouden aan projectontwikkelaars. Betreffende de Stadsvisie het volgende. In de optiek van de SP zou die moeten beginnen met een brede maatschappelijke discussie en een onderzoek naar de kerntaken van de gemeente en de wijze waarop we die moeten gaan aanpakken. Het gaat immers over de visie van de stad over haar toekomst. Dat vereist ook dat alles ter discussie staat en alles bespreekbaar is. Ik noem een paar voorbeelden. Is het nog wel wenselijk dat wij 7,5 miljoen subsidie per jaar aan het Chassé Theater geven? Moeten we wel zo tevreden zijn met het feit dat Breda het zo slecht doet op het gebied van de sociale zekerheid? Willen we al die grote prestigieuze projecten op ruimtelijk gebied wel, wordt het niet eens tijd om wat meer sociale woningen te bouwen om de huur betaalbaar te houden? Hoe zit het met de leefbaarheid in een aantal wijken?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 400