28 OKTOBER 1999 403 Wethouder GIELEN Heel kort. Ik wil nog even het proces benadrukken dat nu ingaat. Morgen zal de Stadsvisie plus het Ontwikkelingsprogramma met een aanbiedingsbrief worden aangeboden aan minister Van Boxtel. Dat is de afspraak voor 1 november, en op 20 december, die datum is vanavond ook al gevallen, streeft het Rijk, het kabinet, ernaar om per grote stad, met de G25, aparte convenanten te gaan ondertekenen, dus het Rijk heeft daarvoor anderhalve maand de tijd. De berichten die we ontvangen zijn op zich positief, maar dat wil niet zeggen dat we er na 20 december zijn. Terecht wijst een aantal van u op nadere beslismomenten, die u nog krijgt voorgelegd. In die zin wil ik namens het college van de gelegenheid gebruik maken om de ambtelijke organisatie, die zich in de afgelopen maanden bijzonder heeft ingespannen, een aantal raadsleden heeft daaraan ook woorden gewijd, te bedanken voor de inspanning, omdat ik u kan verzekeren dat het een enorme klus is geweest. Wij zijn trots op het resultaat. Dat heb ik al diverse malen gezegd, maar een woord van dank van het college is op dit moment, denk ik, op zijn plaats. En nu nemen we de volgende stap, en die is in de richting van de heer Remkes en de heer Van Boxtel. Wethouder VAN OS Een aantal mensen heeft gesproken over wanneer de raad aan zet is, als het gaat over een verdere invulling. Er is met name gesproken over de Kadernota 2001. Het moet mij van het hart dat het natuurlijk ook al geldt voor de Begroting, die de komende weken in de raad aan de orde zal zijn. Daar wordt de eerste jaarschijf al verdeeld, dus daarover moet geen misverstand bestaan. De VOORZITTER Ik heb de indruk dat er zeer veel is uitgewisseld, maar dat er vooral ook standpunten zijn ingenomen. Ik kan mij echter voorstellen dat u nog een tweede instantie, wellicht nog een verduidelijking van het college, zou wensen. TWEEDE TERMIJN Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Onze dank voor de beantwoording en in het bijzonder voor de manier waarop wethouder Van Beusekom nog eens heeft aangegeven hoe de inspraakprocedure is verlopen. Als we dat op een rij zetten, dan kunnen wij als CDA-fractie constateren dat deze goed en zorgvuldig is gebeurd. Wij hebben onder tijdsdruk moeten werken, maar dat was ons allen bekend en daar kon Breda in zijn totaal niet echt iets aan doen, omdat we van de minister afhankelijk waren. Dit is de eerste opmerking. De tweede is nog een kleine vraag. Wij hebben heel veel projecten op de rails staan in de komende periode. Dat geeft extra druk, ook extra werkdruk, maar over de manier waarop die wordt opgelost hebben wij verder niets vernomen. De heer DE ROOS Ik wil op twee punten reageren op wat mevrouw Van Beusekom daarnet heeft gezegd. Ze heeft onder andere in onze richting gezegd: na december wordt het allemaal wel duidelijk. Ik denk dat dat een opmerking is in de categorie: 'stil maar, wacht maar, alles komt goed'. Als je toch bekijkt dat de uitgangspunten die Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Misschien is het makkelijker dat ik hierop bij interruptie reageer. Dat heb ik niet bedoeld. U heeft steeds een procedure voor ogen, waarop wij uitgebreid hebben geantwoord in de commissie. Het lijkt net of die commissievergadering helemaal niet heeft plaatsgevonden. U gaat exact op dezelfde wijze door en daarvan zeg ik: wacht maar af, in december is wel duidelijk wat we hebben gezegd. Dat was de bedoeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 403