28 JANUARI 1999
40
Wethouder OOMEN
Voorzitter, of u de schorsing van de heer Boer toestaat, is aan u. Met betrekking tot de motie
die is ingediend kan ik de woorden van mevrouw Van Beusekom gebruiken, die aan het begin
van deze vergadering zei: ik merk kloppende gevoelens. Die merk ik nu ook, alleen met dat
verschil dat die nu niet dezelfde richting uitgaan. Ik kan u met betrekking tot dit punt melden
dat het college niet unaniem is. Voorzitter, dat betekent dat u, wat mij betreft, de motie in
stemming kunt brengen en dan zal iedereen zijn keuze bepalen: voor of tegen de motie. Daarna
hoor ik wel hoe het met het Buitenreclameplan afloopt.
Mevrouw VAN WEEZEL
U begrijpt dus dat wij hoofdelijke stemming vragen.
De VOORZITTER
U vraagt hoofdelijke stemming. De heer Boer heeft schorsing gevraagd, maar ik denk dat dit
onderwerp voldoende uitgebreid aan de orde is geweest. Daarom stel ik voor om tot stemming
over te gaan.
De heer BOER
Omdat dit punt niet in de commissie is besproken en nu naar voren komt, kan het zijn dat wij
een ander standpunt innemen. Daarom hebben wij behoefte aan een korte schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer BOER
Naar aanleiding van de schorsing heb ik nog een vraag. Begrijp ik het goed dat als de motie wordt
aangenomen het Buitenreclameplan dan niet meer in stemming komt? Zo leggen wij het uit.
De VOORZITTER
Als de motie wordt aangenomen, dan is het Buitenreclameplan aan de orde met inachtneming
van datgene wat in de motie staat. In feite komt het dan neer op een toevoeging. Maar ik maak
mij daar niet zoveel zorgen om.
De heer SCHRODER
Op zich heeft de heer Boer wel een punt, want als we naar het dictum van de motie kijken dan
wordt gevraagd om het Buitenreclameplan te herzien. Het gaat dus eigenlijk om een amenderende
motie. Strikt genomen zou je kunnen concluderen dat, wanneer de motie wordt aangenomen,
het Buitenreclameplan niet als zodanig in stemming kan komen.
De VOORZITTER
Hiermee legt u bij de voorstemmers van de motie nu een extra drempel. Ik stel voor om eerst
de motie in stemming te brengen en vervolgens te kijken waar dat toe leidt. We gaan over tot
hoofdelijke stemming.
Hoofdelijke stemming met betrekking tot de motie (2), ingediend door de fractie van de Partij
en van de Arbeid en medeondertekend door de fractie van D66.
Voor de motie (2) hebben gestemd:
De heer J.O.E. Boer (PvhZ), de heer C. J. Crul (GroenLinks), de heer H. J.M. Haarhuis (PvdA),
mevrouwM.P. Heerkens(PvdA), mevrouwT.P. Kremers (D66), deheer J.H.P. Kwisthout(SP),
de heer J.C.C. Leunisse (PvhZ)de heer NGMvan Os (D66)de heer HJFvan Raak (PvdA)