28 OKTOBER 1999 404 De heer DE ROOS Eerlijk gezegd kan ik er geen touw aan vastknopen. Dat geldt ook voor de andere opmerking die is gemaakt door wethouder Van Beusekom over de samenhang tussen sociaal en fysiek. Ik weet niet in hoeverre dat nou betrekking heeft op datgene wat ik in de eerste termijn heb gezegd. De heer KWISTHOUT Ik kan me voorstellen dat het voor het college niet altijd even leuk is als er tussen de andere partijen een fractie zit, die eigenlijk lijnrecht tegenover de rest staat, waar het ideeën en een visie op stad, mens en maatschappij betreft. Om dat 'machinaal' te noemen, vind ik een beetje raar. En om van een 'act' te spreken, dat gaat helemaal mijn pet te boven. Wethouder GIELEN Mijnheer Kwisthout, ook even van mijn kant. De bijdrage die uw fractiegenoot in de commissie leverde, was van een ander toon en ook nadrukkelijk van een andere inhoud dan de bijdrage, die ik hedenavond uit liw mond heb gehoord. In die zin had ik een bijdrage, zoals ik u vanavond hoor uitspreken ook wel gewaardeerd als ik die in de commissievergadering had gehoord, maar toen is het punt mee teruggenomen omdat er zeer goede elementen in de Stadsvisie zaten, maar die elementen heb ik vanavond niet uit uw mond gehoord. De heer KWISTHOUT Zowel in de commissie als in de gemeenteraad hebben we de Stadsvisie, zowel voor als na de commissievergadering, besproken. Wij zijn het eens geworden in onze fractie over het feit dat wij ons als partij niet kunnen vinden in deze visie, en dat wij op hoofdlijnen tegen deze visie zullen stemmen. Wij hebben in de commissie een aantal punten naar voren gebracht, waarom wij dat op hoofdlijnen vonden en wij hebben een aantal voorbeelden genoemd: de Haven, noordoost en nog een aantal. En dat heb ik in deze gemeenteraadsvergadering ook gedaan. U mag daarvan vinden wat u wilt, maar ik denk dat het een goede zaak is als een commissielid/niet raadslid de zaken in de commissie naar voren brengt en een voorstel mee terugneemt om in de fractie te bespreken. Ik zie daar verder geen problemen in. De VOORZITTER Ik constateer dat er eigenlijk nog één vraag ligt, die van mevrouw Boidin. Kan dat kloppen? Wethouder VAN OS Die kans in de richting van de CDA-fractie laat ik mij niet ontnemen, maar ik zal de discussie die we in de laatste commissie over het aantal ambtenaren hebben gehad, niet in deze raad herhalen. Ik denk dat de kunst zal zijn, mevrouw Boidin, om datgene wat we hebben gedefinieerd als programmamanagement op een goede manier in onze organi satie weg te zetten, en, dat is de discussie die wij vaker met elkaar hebben gevoerd, dat de samenwerking tussen de diensten ook daadwerkelijk vorm gaat krijgen in de praktijk. In dat kader zullen we dan ook moeten proberen om één en één drie te laten zijn. Ik denk dat dat de uitdaging is, ook als het gaat om het programma Kwaliteit dat in de Stadsvisie is opgenomen. Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de Parel van het Zuiden en de SP geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. De VOORZITTER Ik wil uw raad, ons college en ons personeel van harte complimenteren met dit fantastische resultaat, dat op zeer korte termijn moest worden gehaald en waarvan de beloning nog zal moeten plaatsvinden. Maar daarop hebben we goede hoop, dat hebt u gehoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 404