11 NOVEMBER 1999
408
Spoorzoneproject is neergezet. De visie en de uitvoeringsmodellen getuigen van
vooruitdenken en daadkracht. Wij realiseren ons dat het tijdpad kort is. Heeft het college
al meer inzicht in de totale financieringsbehoefte? Kan het college ons toezeggen dat de
verkeersinterne problematiek van de stad hoge prioriteit krijgt als het gaat om de
aanbesteding, de planning en de uitvoering van de infrastructurele werken, gelet op de
chaotische toestanden die we de afgelopen maanden hebben meegemaakt? De
langdurige stagnatie van bijvoorbeeld de St. Ignatiusstraat is echt onacceptabel. Een
gescheiden fietspadennetwerk op het bestaande grondgebied, in plaats van elitaire
langeafstandsbaantjes ten faveure van wie eigenlijk? De zuidelijke entree van de
binnenstad ontbeert een fietsenstalling. Kan het college een grote stalling bijvoorbeeld
achter de Lange Stallen realiseren? Dan is er een adequate oplossing en kan er worden
gehandhaafd. Hoe staat het met de planontwikkeling VINEX-locaties? Is er zicht op een
finale raadsbehandeling, of liggen er partners dwars? Voor mijn fractie zijn de
uitgangspunten van kwaliteit, differentiatie, eigen inbreng van burgers en
beheersaspecten voor de langere termijn van groot belang. Het beleidsplan van de politie
meldt in de toelichting dat moet worden ingeleverd op de capaciteit ten behoeve van de
EK 2000. In de commissie hebben wij hierover gesproken. Voor mijn fracties is dit absoluut
onverteerbaar. Wordt er gewerkt aan het draaiboek en voor welke feesten staan wij wel
of niet open? Wij persisteren in ieder geval voor de inzet van de hele capaciteit van de
politie in onze gemeente. De zwoele zomeravonden, zoals in 1999 met de bekende
gevolgen, zijn geen incidenten, maar kunnen symptomen zijn. Overigens vinden wij het
onverstandig dat de politiebonden landelijk geen aanwezigheid van beveiligers in het
publieke domein dulden, als de politie er zelf onvoldoende aanwezig is. Alle aandacht in
dit verband voor Geeren-Noord, waar de zaak de afgelopen weken uit de hand dreigde te
lopen. De signalen van buurtbewoners zijn verontrustend. Lopen er jongeren met wapens
rond? Liggen er talloze spuiten in de openbare ruimte? Voelen ouderen zich gevangen in
hun eigen huis? De situatie in de avonduren rond de voormalige Kruiskerk laat, denk ik,
niet toe dat wij de resultaten van de workshops afwachten. De ogen en de oren van de
gemeente, zoals het college de dorps- en wijkraden noemt, functioneren, naar onze
opvatting, goed. De samenwerking met de trojka's en het districtsmanagement wordt
verbeterd. De dorps- en wijkraden zijn het eerste aanspreekpunt bij de
beleidsvoorbereiding. Wij zien dat graag consistent uitgewerkt, ook om te voorkomen dat
lobby's voor deelbelangen het ambtelijk apparaat frustreren in de uitvoering van de
Regels van het Spel. Wij rekenen dan ook op een eenduidige communicatie tussen bestuur
en ambtenaren met de dorpsraden. De wethouder heeft al getoond een bindende en
geen polariserende factor te willen zijn, en wij kunnen dat uitermate waarderen. Ik
herinner het college aan het feit dat er in deze raad nog geen openbaar politiek debat is
gevoerd over het project "water in de stad". Bij de Kadernota 2000 heb ik namens mijn
fractie daarover een ondubbelzinnig standpunt ingenomen, omdat meer dan twintig
grootstedelijke projecten de komende jaren om een gigantische investeringsbehoefte
vragen. Vooralsnog trappelen wij niet van ongeduld om met ongedekte cheques voeding
te geven aan een op zichzelf legitieme droom. Vergelijkbare opmerkingen zouden wij
willen maken ten aanzien van Stadskantoor III. Waarom kunnen de kostbare
werkzaamheden bijvoorbeeld in Chassé Carré niet in een kantoortuin in Stadskantoor I of
II, waarover het college, blijkens de interne info, zo enthousiast is? De krapte op de
arbeidsmarkt wordt ook een Bredaas probleem. Noodconstructies en lapmiddelen helpen
niet structureel. Langdurig werklozen, WAO-ers, bijstandsmoeders en asielzoekers werden
de afgelopen weken aangesproken op hun arbeidsmoraal. Beter lijkt het mijn fractie om
te investeren in een kwaliteitssprong van het reguliere onderwijs om het percentage
studenten met een eindkwalificatie te verhogen. Wat is in die zin de opvatting van het
college? Gezinscoaching, bijvoorbeeld, waar dat nodig is. Het is uitermate flauw van
Vliegenthart om niet serieus met dit CDA-onderwerp om te gaan, neen, liever een verdere
riaggisering van de samenleving, met een zichzelf onmisbaar gemaakt leger van
hulpverleners. In dit verband zoeken wij liever gezinsondersteuning dan sectorale
werkgelegenheidsgroei. Het oppeppen van buurten en wijken door intensief onderhoud
van de buitenruimte is goed voor de sociale samenhang en spreekt de burgers aan. De
regen van klachten over onderhoud, achterstallig werk en slechte stoepen en wegen moet