11 NOVEMBER 1999 410 woorden, maar daden". Maar daden vragen om daadkracht, ook van het bestuur. Een aantal missers in de afgelopen periode illustreren dat wij als gemeente nog niet op alle fronten klaar zijn voor de door ons gemeenschappelijk geformuleerde ambities. Het gaat nu niet zozeer om de voorbeelden, maar denk ter illustratie even aan het feit dat we er nog niet helemaal uit zijn ten aanzien van zaken zoals Het Turfschip, de jachthaven, het voorkeursrecht gemeenten, het evenementenbeleid. We zien achterstanden in investeringen en, om ook een actueler thema aan te stippen, de situatie rondom MEZZ. Al met al geeft de wijze waarop deze onderwerpen worden opgepakt ons niet echt een warm gevoel, en dat stemt ons zorgelijk als we naar de toekomst kijken en de omvang van de projecten die wij ons ten doel hebben gesteld in deze toekomst. Wat de VVD betreft betekent dit niet dat we, omdat we op sommige punten de zaken operationeel nu nog niet op orde hebben, een pas op de plaats zouden moeten maken, zoals door sommigen in dit huis zou kunnen worden gesuggereerd. Wij hebben er allen voor gekozen om Breda op de kaart van Europa te zetten, en dat vraagt om een brede, intensieve en uitgebalanceerde ontwikkeling. De WD heeft wat dat betreft geen koudwatervrees, sterker nog, wij hebben sowieso geen vrees voor welk water dan ook in deze stad. Maar wij realiseren ons terdege dat je, om maar even een agrarische metafoor te gebruiken, een ander soort trekkertje nodig hebt om te zaaien dan om de oogst binnen te halen. Dat vraagt om mentaliteit, niet alleen een no-nonsense mentaliteit, maar ook een geen-excuus cultuur. Uiteraard zal er dan ook een keer moeten worden afgerekend. Geen woorden maar daden betekent ook: wie niet doet wat hij moet doen, moet maar wat anders gaan doen. Een hieraan gerelateerde discussie over de omvang van het ambtelijk apparaat, zoals zojuist door collega Adank aangeslingerd, vindt de WD niet zo relevant, en een zogenaamde nullijn in het personeelsbestand is, wat de WD-fractie betreft, ook van secundair belang. De vraag of wij daarvoor de juiste mensen in huis hebben is daarentegen wel van belang, evenals het belang van het goed matchen van de organisatie op de doelen, waarbij beschotte en ingekokerde diensten uit den boze moeten zijn. Het gaat ons erom dat we datgene krijgen wat we bestellen, namelijk een succesvol en mooi Breda, vormgegeven langs de lijn van ons hoge ambitieniveau. En dit alles uiteraard tegen aanvaardbare kosten. Wij vernemen graag van het college zijn visie op de praktische uitvoerbaarheid van deze ambities en of het in die zin de boel ook stevig in de klauwen heeft. Tot slot wil ik nog even ingaan op de lastendruk. Mijn opmerkingen over het vormgeven van de ambities en de ontwikkeling van de ambtenarenpopulatie moeten ook worden gezien in het licht van de door ons gewenste prijs/kwaliteitsverhouding van de, zo u wil, BV Breda. Dit laat onverkort dat een gematigde ontwikkeling van de lastendruk een belangrijk uitgangspunt is en blijft. Hierover hebben we onlangs allen nog in de kadernota afgesproken dat we voor de belastingen een stijging van 2% aanvaardbaar vinden. Helaas is het zo dat de verwerking van afvalstoffen nogal wat duurder uitvalt dan eerder werd geraamd. De vraag is dan of een dergelijke tegenvaller op de burger moet worden afgewenteld. Het is zojuist ook al door de heer Adank gememoreerd, de lasten stijgen nu met meer dan 4,5%, dat is meer dan het dubbele van datgene wat we ons hebben voorgenomen. Mijn vraag is: zou het college deze stijging als matig willen kwalificeren? Voorzitter, de begroting is om een puntje aan te zuigen. Solide, betrouwbaar en, los van datgene wat ik opmerkte over de lastenstijging, een correcte vertaling van datgene wat wij hier hebben afgesproken. Onze fractie hecht er waarde aan om dat niet onvermeld te laten. Maar een begroting is en blijft een onderdeel in de set van korte- en langetermijnvoornemens, die voor de inwoners van Breda pas vorm krijgen als het bestuur die in acties omzet. Ik wens ons wat dat betreft ook een rechte rug en veel succes. De heer HAARHUIS Het lijkt een gevaarlijke week voor de politiek in deze regio, maar ik houd het er toch voorlopig op dat dit college er om 24.00 uur ook nog zit. De VOORZITTER Dat ligt ook aan u.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 410