11 NOVEMBER 1999 422 in deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt nog nodig is dat de gemeente het bedrijfsleven voorziet van een blik goedkoop personeel, bewijst, wat de SP betreft, eens te meer dat er in de formule die de wet van vraag en aanbod beschrijft wat variabelen op de verkeerde plaats staan. Voordat ik nog specifiek inga op de andere kolom van de gemeentelijke begroting, die van de inkomsten, wil ik graag twee actuele onderwerpen aankaarten, die op de politieke agenda staan dan wel waarvan wij vinden dat ze erop moeten komen. Wellicht vraagt u zich af wat de SP dan wél wil meenemen naar de volgende eeuw, of waarvoor wij een belangrijke plaats zien weggelegd. Dat zijn voor de SP de mensen die dan hun toekomst hebben, dat zijn dus onze jongeren. Ik ben eerder in mijn verhaal al ingegaan op de noodzaak van gelijke kansen en een gelijke startpositie. Ik wil het nu met u eens hebben over de betrokkenheid bij de maatschappij en de politiek, het bestuur in het bijzonder. De SP heeft dit jaar geëxperimenteerd met het organiseren, samen met de bibliotheek en de Bredase Bode, van een opstelwedstrijd voor kinderen, waarin zij aangeven wat er in Breda zou moeten veranderen als zij het voor het zeggen zouden hebben. Voorzitter, u heeft de prijzen uitgereikt en u heeft met mij kennis kunnen nemen van de originele, verfrissende en vaak ook onconventionele manier waarop kinderen tegen de maatschappij aankijken. Dat heeft de rest van de raad ook kunnen doen, want de stukken zijn officieel aangeboden aan de gemeenteraad, en hebben, als het goed is, ook ter visie gelegen. Ik denk dat wij toch te weinig ons voordeel doen met die visie, zeker als het zaken betreft waarbij die kinderen in hun directe omgeving zelf nauw betrokken zijn. De SP heeft enige tijd geleden het initiatief genomen om jongeren van de middelbare school kennis te laten maken met de gemeentepolitiek op een manier waarop hopelijk ook het inzicht ontstaat dat zij daarbij actief betrokken kunnen en horen te zijn. De fracties van GroenLinks en Breda '97 hebben aangegeven met ons hierover te willen meedenken, en na de begrotingsbehandelingen zullen wij een keer om de tafel gaan zitten om met gemeentelijke ondersteuning een blok gemeentepolitiek te gaan aanbieden. Mijns inziens blameren de collegepartijen zich een beetje door hierbij weg te blijven, en ik doe nogmaals een beroep op hen om dit initiatief te ondersteunen. Als ik straks een gastcollege geef doe ik dat graag als lid van de gemeenteraad en niet specifiek als lid van de oppositie. Ik kom nu op een zeer actueel onderwerp namelijk de perikelen rond de stichting Hergebruik. Ik moet nog worden bijgepraat over alle details, en ik geloof ook best datgene wat in de krant staat dat er organisatorisch nog het een en ander moet worden veranderd. Maar het mag niet zo zijn dat een instelling, die probeert mensen te steunen om uit de goot op te krabbelen en op een zinvolle manier de dag door te komen en weer aan de toekomst te werken, de deuren moet gaan sluiten wegens geldgebrek. Dat zou erop neerkomen dat je mensen weer terug op straat dumpt en ze opgeeft, en dat is voor ons volkomen onbespreekbaar. Ik geloof graag in de goede bedoelingen van de wethouder, maar feit is dat eerst 't IJ en nu Hergebruik zwaar onder vuur dreigen te liggen, en ik niet het idee heb dat de situatie bij 't Opstapje of het Koetshuis reden tot onbezorgdheid geeft. Dus ik zou de wethouder willen verzoeken om voor de komende tijd voor een noodverband te zorgen en het college om een structurele visie, aanpak en financiering. Mijn laatste punt betreft, dan eindelijk, de andere kant van de begroting. In dat kader constateer ik een groeiende lastendruk, waar weinig tegenover staat, en die ook nog eens op de zwakste schouders terechtkomt. Wij hebben geen principiële bezwaren tegen een verhoging van de belastingen, als er al is bezuinigd op overbodige franje en prestigeprojecten en als het noodzakelijk is om als gemeente dingen te doen die wij noodzakelijk achten voor de bevolking, en dan vooral voor de mensen die aan de linkerkant van de streep tussen arm en rijk staan. Maar dan moet er wel iets aan beleid tegenover staan, en dan moeten de sterkste schouders ook de zwaarste lasten dragen. Wij pleiten nogmaals voor het in ieder geval gedeeltelijk onder de OZB brengen van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht, om op die manier in ieder geval deels belasting naar inkomen en vermogen te kunnen heffen. Wat het eenmalig overschot van volgend jaar betreft zou ik bij amendement willen voorstellen om dit niet te investeren in een lastenverlaging, maar die 1,1 miljoen te besteden aan categoriale extra bijzondere bijstand aan cliënten van de Sociale Dienst, in verband met de extra kosten die de overgang naar het nieuwe millennium met zich meebrengt. Ik denk dat we het er allemaal wel over eens zijn dat het toch wel te doen moet zijn om in ieder geval één keer in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 422