11 NOVEMBER 1999
425
eigenlijk? Aan datgene wat Hergebruik doet, kan 't Opstapje niet tippen. Dat er een
aanmatigende directrice zit die de cliënten afsnauwt, daarvan zult u nauwelijks wakker
liggen. Dat 't Opstapje het financieel goed doet (twaalf uur per dag begeleiding) is voor u
blijkbaar veel belangrijker. Wij hopen dat de cliënten van Hergebruik (24 uur begeleiding)
bij u in de tuin gaan zitten als het fout gaat. Dan kunt u aan den lijve ondervinden wat
het nut van Hergebruik is. Als laatste opmerking nog het volgende. Wij zijn het meer dan
eens met GroenLinks dat de burgemeester boven de partijen dient te staan. In verband
met de affaire-Heijmans heeft de burgemeester reeds eerder in BN/De Stem furieus
gereageerd op De Parel. Daarover hebben wij hem vorig jaar op 22 september een brief
geschreven, die wij alsnog als onderdeel van onze algemene beschouwingen hierbij
voegen. (Betreffende brief is als bijlage bij de notulen gevoegd). Maar hij kan het blijkbaar
niet laten, dat is een slecht teken. Gedeputeerde Staten is, anders dan de burgemeester
zegt, de juist instantie voor onze klacht. Aan de andere kant beschuldigt GroenLinks in
BN/De Stem van vandaag ons ervan 'apekool' te verkopen, 'puur ingegeven door
goedkope stemmingmakerij'. Wij hebben echter bewijzen bij de klachten die wij bij
Gedeputeerde Staten hebben ingediend, en wij dagen GroenLinks bij dezen uit in een
openbaar debat met ons aan te tonen dat wij ongelijk hebben. Het liefst zouden wij dat
binnen het gremium van deze raad doen, maar wij moeten verwachten dat daarvoor geen
meerderheid is te vinden. De collegepartijen hebben immers niet alleen hun hakken in het
zand gezet, maar ook hun hoofden erin gestoken. Niets horen, niets zien, maar vooral
zwijgen is immers hun devies.
De VOORZITTER
Ik stel voor nu een schorsing te houden van 10 minuten, zodat het college zich kan
beraden op de beantwoording.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
BEANTWOORDING COLLEGE
Wethouder VAN OS
Namens het college zeg ik uw raad dank voor uw inbreng in de eerste termijn van deze
begrotingsbespreking. Die dank gaat met name in de richting van diegenen die hebben
gewezen op de duidelijkheid van de uitwerking van deze begroting, in het verlengde van
de kadernota. Een aantal van u sprak over het financiële beeld, en dan met name over de
reserverisicoparagraaf. In de richting van het CDA merk ik op dat wij bij de kadernota die
positie opnieuw zullen herijken, dat staat ook in de Nota van Aanbieding. Als wethouder
Financiën hecht ik er wel aan dat dan het totale beeld in ogenschouw zal moeten worden
genomen. Het gaat dan natuurlijk niet alleen over reserves en risico's, maar ook over de
investeringsopgaven voor deze stad, het uitvoeren van de investeringsopgaven en het
totale financieel meerjarenbeeld dat daarbij hoort. Als het gaat over de lastendruk zullen
wij ons in dat verband bij de kadernota ook opnieuw baseren op het programakkoord.
Het CDA nam daarop een voorschot. Ik wil in dat kader ook wijzen op alle verschuivingen
die in 2001 aan de orde zijn rond de lastendruk, onder andere in verband met de
herwaardering van de Wet WOZ, maar wellicht ook in het kader van de tariefdifferentiatie
voor de afvalstoffenheffing. In dat licht wil ik u graag verwijzen naar de discussie, die
reeds eerder in de commissie Middelen is aangekondigd, over de totale lastendruk en de
wijze waarop je daaraan vorm kunt geven. Het college heeft er in deze begroting
nadrukkelijk voor gekozen om in het kader van die lastendruk de ƒ1,1 miljoen, die daarop
betrekking heeft, ten goede te laten komen van alle huishoudens via mitigering van de
afvalstoffenheffing. In dat verband ontraadt het college het amendement van de SP.
Wethouder Heerkens zal nog nader ingaan op ons armoedebeleid om die relatie te
versterken. Tot slot merk ik met betrekking tot dit onderwerp op dat het college van