11 NOVEMBER 1999 426 mening is dat er voor de stad Breda best een oordeel kan worden gegeven over de lastendruk en de prijs/kwaliteitsverhouding, waarover de WD-fractie sprak. Ik wil u in dat kader wijzen op de 335s,e plaats, ik zeg dit uit mijn hoofd, waarop Breda in het klassement van die lastendruk is terechtgekomen. Ik weet niet hoe die plaats landelijk uitkomt als we de 4,3% doorberekenen. Meestal verschijnt jaarlijks in april daarvan het totaaloverzicht. Maar over het algemeen hebben we de laatste jaren alleen maar goed gescoord als het ging om de positie op dat gebied. Ik denk datje ten opzichte van de andere steden in dat verband best kunt spreken van een matige lastenontwikkeling. Het is, mijns inziens, lang geleden dat er in de raad zoveel aandacht is gevraagd voor de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie. Als wethouder P&O doet het mij deugd dat die aandacht er ook op dit niveau is. In de commissie is vaker gediscussieerd over het feit dat niet het aantal maatgevend is, maar dat de kwaliteit van de organisatie moet passen op die ambities die je hebt en die programma's die je wilt uitvoeren. Dat betekent dat je naar een goed evenwicht moet streven tussen enerzijds: wat doe je zelf, wat is je ambtelijke organisatie, hoe staat die ervoor, en anderzijds: op welke onderdelen heb je inderdaad externe adviseurs nodig en moetje externe krachten inhuren om pieken op te vangen en bijzondere zaken uit te voeren. Ik vind dan ook dat de organisatie op zich wel is toegerust voor datgene wat we moeten doen, maar op onderdelen zijn er ook wel kwaliteitsverbeteringen mogelijk. In een aantal gevallen, en ik zeg dit in de richting van het CDA, zal kwaliteitsverbetering op enkele punten ook kunnen leiden tot kwantiteitsverlaging op andere punten. Ik denk dat er in dat kader best een verhouding is tussen kwaliteit en de hoeveelheid personeel. Het lijkt mij goed dat we, en we hebben dat eerder aangegeven rond het Parkeerbedrijf, als we grote projecten zoals de Spoorzone en dergelijke uiteindelijk gaan organiseren dan zo gericht mogelijk kijken naar de kwaliteit van de organisatie en ook naar de grootte van de organisatie, maar dat we niet primair vanuit het aantal redeneren. Het college heeft de laatste jaren veel aandacht besteed aan het hele cultuurveranderingsproces van de organisatie. Ook extern wordt ons gevraagd hoe we dat in Breda hebben aangepakt. Dat is één van de elementen die aantonen dat wij daar hard aan werken, en dat ons ambtelijk apparaat in die zin ook absoluut de goede kant opgaat. Ik spreek dus ook niet meer over ingekokerde diensten, hetgeen niet wil zeggen dat zij zo af en toe nog wat breder kunnen kijken, maar ik denk dat we met een instrument, zoals de Stadsvisie, daarvoor opnieuw een goede basis hebben gelegd. In de richting van de CDA-fractie merk ik op dat bij een ambtelijk apparaat ook een goede huisvesting hoort, en dat er goed moet worden gekeken naar de exploitatielasten die met die huisvesting zijn gemoeid. In dat verband moet je kijken of je wel of niet wenst te investeren in een Stadskantoor IA. Als je dat bouwt, moet je dat zo flexibel mogelijk bouwen, zodat je wat meer kantoortuinen kunt maken, waardoor je minder vierkante meters nodig hebt. En dan is de cirkel rond. Maar dat wil niet zeggen dat dat duurder moet zijn dan Chassé Carré, sterker nog, ik zou het liever goedkoper laten zijn om te vertrekken uit Chassé Carré. De fractie van GroenLinks ging in op het districtsgewijs werken. Het is inderdaad zo dat wij de decentrale bevoegdheden versterken. Het is absoluut niet de bedoeling van het college om het centrale apparaat te decentraliseren over de stad, want dat geeft consequenties die wij niet nastreven. In dat verband vind ik uw vergelijking en uw opmerking over de reorganisatie van de dienst SAW ook niet helemaal juist. Die is inderdaad aan de gang in het kader van extra bevoegdheden voor de trojka's, maar die is absoluut niet aan de gang om het centrale apparaat te decentraliseren en te deconcentreren. Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN Bij interruptie. Dat is ook niet de bedoeling van mijn opmerking geweest. Bij de dienst SAW is het centrale deel van de dienst, mevrouw Heerkens zal dat beter weten dan ik, opgedeeld in mensen die bepaalde districten bedienen. En dat bedoelde ik. Ik bedoelde niet dat alle ambtenaren over de stad moeten uitwaaieren. Wethouder VAN OS Dat is niet alleen bij SAW, dan loopt u toch iets achter op dat terrein, dat is bij Stadsbeheer al een paar jaar zo georganiseerd, mevrouw Remie. Ik reageer in die termen op uw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 426