11 NOVEMBER 1999
432
andere kosten ook nog kunnen worden beperkt. Aan het biologisch boeren en de
extensieve landbouw wordt in Landgoed Breda duidelijk aandacht besteed. Dat klinkt erg
vaag, maar binnen de hele planning is het de bedoeling om, daar waar bijvoorbeeld
andere vormen van boeren in het kader van het ecologisch gebeuren niet meer
verantwoord zijn, extra aandacht aan dat biologisch boeren te besteden. Een aantal uwer
is ingegaan op kinderen in achterstandsituaties. Zij behoeven heel duidelijk de aandacht,
maar of dat ook meteen meer geld betekent? Je kunt ook aan kwaliteit en kwantiteit
denken. Landelijk wordt hierover ook behoorlijk gediscussieerd. Als je het vergelijkt met
andere steden en je rekent jezelf tot de eerste acht, dan hebben we niet zo vreselijk veel
in de achterstand, heb ik me vandaag nog door Sprong laten vertellen, maar we hebben in
Breda wel een harde kern, en daaraan moet goed aandacht worden besteed, die mag niet
uitbreiden, het is de bedoeling dat wij die zoveel mogelijk terugbrengen. Het oplossen van
taalproblemen via hoog opgeleide allochtonen, die op een wat makkelijkere manier
toegankelijk zijn voor de laag opgeleide allochtonen juichen wij toe. Met betrekking tot
onderwijshuisvesting het volgende. Op het ogenblik liggen er drie stukken over
onderwijshuisvesting. Er is door dit college hiervoor een extra impuls toegekend. Er zijn
dus meer middelen aangewend. Ik geef toe dat ons beleid sober is, maar het is wel
doelmatig. Laten we eerst kijken hoe we op een efficiënte manier met deze middelen
kunnen omgaan. Persoonlijk geloof ik daar wel in. Wat de onderwijsverzorging betreft het
volgende. De taak van de onderwijsverzorging zal in grote lijnen hetzelfde blijven. Er doet
zich iets voor, maar dat is ook landelijk het geval, in het kader van vraaggericht en
aanbodgericht. Men zal de zaak dus op een andere manier moeten benaderen. Op dit
moment bestuderen we nog wat basisdienstverlening is en wat niet. Ik denk niet dat we
het hier, in de raad, moeten hebben over systemen, begeleiding, individuele hulpverlening
en dat soort zaken. Ik denk dat de commissie daarvoor een betere plek is, en ik wil
daarover dan ook graag met u in de commissie praten. De heer Kwisthout sprak over
kinderparticipatie. Ook dat punt hebben we bij de brede school bedoeld. Het is best
aardig om eens te kijken wat de mensen, die er de hele dag moeten zitten, ervan vinden,
waarbij dan overigens de verantwoordelijkheid van de opvoeder overeind blijft, hetgeen
ook wordt gecombineerd met eventuele verwachtingen van het kind in de toekomst. Maar
dat zal u niet verbazen.
De heer KWISTHOUT
Bij interruptie. Mijnheer Kruithof, kunt u, ter verduidelijking, aangeven op welke groep u
nu ingaat? Gaat u nu in op de middelbare schooljeugd?
Wethouder KRUITHOF
Neen, ik zeg het in zijn algemeenheid. Maar dat heeft u, dacht ik, ook niet direct gedaan.
U had het erover dat datgene wat leerlingen zeggen zo origineel is, als ze het via een
opstelwedstrijd voor het zeggen hebben. In dat verband reageer ik, en het kan dus voor
iedereen gelden. Je kunt ook kijken naar datgene wat zij ervan vinden, en het goede
behouden enzovoort, enzovoort. Tot slot, gemeentepolitiek op school juichen we toe.
Overigens komt dit voor een deel al voor in het curriculum. Anders gezegd: vanuit Breda
hebben wij ons nog nauwelijks te bemoeien met het curriculum, want dat is een landelijke
zaak. Wij hebben het er in het college ook al eens over gehad, in het kader van de
terugloop van het aantal kiezers, of het niet een prima zaak zou zijn om met een extra
stimulans te komen.
Wethouder HEERKENS
Door meerdere fracties zijn drie wat grotere onderwerpen genoemd. Allereerst betreft dat
de bestrijding van de langdurige werkloosheid. De afgelopen periode boeken we daarin
resultaten. Er is nog een harde kern, maar die neemt af. Datgene wat we wel zien is, dat
met name de mensen die echt langdurig werkloos zijn, de zogenaamde fase vier, meer
dan 50% van het bestand bedraagt. Binnenkort kan de commissie SAW een apart beleid
tegemoet zien. Enerzijds gaat dat in de richting van de arbeidsmarkt, dat is één spoor.
Daarin kan straks ook het leer-werkbedrijf, dat de BSW aan het ontwikkelen is, een rol
spelen. De commissie is daarover al min of meer ingelicht. Anderzijds, en dat is meteen een