11 NOVEMBER 1999 433 reactie op GroenLinks die zegt dat ons beleid te eenzijdig is gericht op arbeidsmarktactivering, is het zeer zeker ook de bedoeling om een aantal mensen, waarvan we weten dat ze nog lang niet toe zijn aan die arbeidsmarkt, en misschien dat een deel daarvan daar ook niet aan toekomt, betrokken te houden bij de maatschappij om een sociaal isolement te voorkomen. Zoals gezegd, willen we daarop apart beleid zetten. Daarin zullen de zorggesprekken, waarop de heer Haarhuis wees, zeer nadrukkelijk een rol spelen. We zullen ook proberen om die straks structureel in het beleid te gaan inzetten. Voorlopig hebben wij daarvoor extra middelen beschikbaar in het jaar 2000. Die zorggesprekken zullen starten. Het is de bedoeling om ook van onze inkoopgelden, en wij zijn daarover in gesprek met het Rijk, zogenaamde zorg te kunnen inkopen. Dat kan gaan om het bestrijden van verslaving, of om het inzetten van maatschappelijk werk, noem maar op, u kunt daar zelf een aantal zaken bij bedenken. Maar die aandacht is er zeer zeker ook voor die groep. In feite zou er ook een sluitende aanpak moeten komen voor mensen die langdurig werkloos zijn. Wat dit onderwerp betreft tot slot nog een reactie in de richting van de SP. Datgene waar u steeds mee komt blijf ik een visieverhaal van uw kant vinden. Er zijn wettelijke regelingen, waarvan wij gebruik maken, en die zijn niet bedoeld om bedrijven aan goedkope arbeidskrachten te helpen, maar juist om mensen werkervaring te laten opdoen en aan de slag te laten komen. Wij willen daarvan maximaal gebruik maken, en dat zullen wij in Breda ook blijven doen. Het tweede beleidspunt betreft het armoedebeleid, waarover een aantal fracties heeft gesproken. Ik wil hierop niet te ver ingaan. Het beleidsplan Algemene bijstandswet, waarin het armoedebeleid een prominente plaats inneemt, komt in december op de agenda van de commissie te staan. Het zit nu in de inspraak. Er wordt daarin ruim aandacht besteed aan de bestrijding van de schuldenproblematiek, waarop de heer Haarhuis doelde, aan een deel van de bestrijding van de armoedeval en daarnaast, en meerdere fracties hebben dat naar voren gebracht en dat is ook de zorg van het college, aan het grote thema armoede en kinderen. De verstrekkingen die de GGD doet zullen versterkt worden doorgezet. Daarnaast hebben we nog apart de versterking van de 250,-, die we geven voor schoolgaande kinderen. We doen een aantal voorstellen, die zeker ook op dit thema betrekking hebben. In zijn totaliteit zal ons armoedebeleid aanzienlijk worden versterkt, zoals we ook in het programakkoord met de collegepartijen hebben afgesproken. Daarnaast wil ik heel nadrukkelijk ook kijken naar het voorstel van GroenLinks met betrekking tot bijzondere bijstand voor de ouderbijdrage peuterspeelzalen. Dat lag tot nu toe privacygevoelig, en was dus niet zo gemakkelijk uitvoerbaar. We hebben wel ouderbijdragentabellen en het lijkt eenvoudig om met allerlei voorstellen te komen, maar ik denk dat het college ook met een aantal voorstellen zal komen, die bijdragen aan het thema kinderen en armoede. De aandacht moet voor een deel ook daarnaar uitgaan. Het derde onderwerp betreft het jongerenbeleid. Breda '97 vraagt aandacht voor de jongerenproblematiek. Het stedelijk jongerenwerk wordt met onder andere het grotestedengeld voortgezet. We zijn bezig met een aantal jongerenontmoetingsplekken. Kiezen voor Kansen gaat door en u heeft onlangs in de commissie ook gezien dat we een deel van de areaalgelden gaan inzetten voor de basisvoorziening voor jongeren. Tot zover deze drie onderwerpen. Daarnaast zijn er nog opmerkingen gemaakt over de Sportnota. Gezegd is: uitstel tot sint-juttemis. Ik wijs u erop dat in de vorige raadsperiode is besloten de Sportnota uit te stellen, omdat die zozeer verweven was met de harmonisatie van de subsidies en het nieuwe subsidiebeleid, waarmee we bezig zijn. Ik ben wel in discussie met onder andere ook Sportpunt, om na te gaan of er mogelijkheden bestaan om de Sportnota niet te laten wachten tot dat hele traject is doorlopen. Aan de andere kant denk ik dat het verstandig is, om wat meer zicht te hebben op hoe dat subsidiebeleid vorm gaat krijgen. Dat zal betekenen dat halverwege volgend jaar de Sportnota zal verschijnen. Maar dan koppelen we die ook heel nadrukkelijk los van het subsidiebeleid, dat een langere tijd zal vergen. Overigens is het niet zo dat we, omdat er geen Sportnota is, intussen stilstaan wat betreft het sportbeleid. Denk aan alle investeringen, denk aan het naar voren halen van bepaalde projecten in de randgemeenten, denk aan grote projecten waarmee we bezig zijn: de ijsbaan, de zwembaden, de sport- en spelpool, die we ook voor een deel willen koppelen aan de jongerenontmoetingsplekken et cetera. Het is dus zeker niet zo dat we, omdat de nota ontbreekt, niet bezig zijn met het sportbeleid. Ik begrijp de opmerking daarachter, en ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 433