11 NOVEMBER 1999 437 in allerlei andere notities heb kunnen lezen, niet alleen een visie is en dat we een ambitie hebben, want daarover zijn we het wel eens, maar of er ook het vertrouwen is dat het met de uitvoering daarvan snor zit? De heer SCHRODER U stelt nu dus een vertrouwensvraag, begrijp ik. Die is in die zin aan de orde De heer MEEUWIS Neen, zo bedoel ik het niet. De heer SCHRODER U heeft bij de totstandkoming van dit college het vertrouwen uitgesproken in dit college. Als u op dit moment gaat twijfelen, wil ik dat u iets concreter bent over die twijfel, want dan kunnen we daarover in dit debat verder gaan. De heer MEEUWIS Neen, in die termen bedoel ik de vraag niet te hebben gesteld. De vraag is heel simpel en is gerelateerd aan en bouwt ook voort op datgene wat ik in de eerste termijn heb gezegd, en daarom zeg ik: ik heb geen goed antwoord gekregen. Ik heb ook gezegd: misschien heb ik de vraag niet goed gesteld. Ik wil niet de hele eerste termijn in die zin herhalen, maar mijn vraag was: hoe gaat de organisatie, die al dat werk moet doen, aan al die projecten handen en voeten geven? Is de vraag duidelijk? Wethouder VAN OS Als die niet in Oosterhoutse termen is gesteld, dan zal ik zo een poging wagen, mijnheer Meeuwis. De heer MEEUWIS Neen. Wij kijken altijd met veel belangstelling naar het noorden, maar in dit geval moet u er dat niet achterzoeken. Mijn andere vragen waren wel beantwoord, en ik ben ook zeer benieuwd naar hoe het hele verhaal rondom de PPS implementeerbaar zal worden gemaakt. Dat is geen kwestie van wantrouwen, maar een kwestie van nieuwsgierigheid. Tot slot wil ik in deze tweede termijn nog kort de aandacht vragen, en wij hebben dat al eerder gedaan, voor de mogelijkheden van het gebruik van de BRTS in de communicatiemix van de gemeentelijke uitingen. Breda '97 stelde dat punt zojuist in wat algemenere termen ook al aan de orde. Wij stellen niet voor dat er een gedwongen internering bij de BRTS zou moeten plaatsvinden in het kader van de communicatie uitingen, maar wij zouden het college wel willen vragen om nog eens creatief te laten kijken naar de samenstelling van de communicatiemix, om in die zin ook deze Bredase omroep de ruimte te geven die deze nodig heeft. De heer HAARHUIS Op een paar zaken is in onze richting nog geen antwoord gekomen. Wij hadden nog een vraag gesteld over de prestatieafspraken van de woningbouwcorporaties in relatie tot de ontwikkeling van de SOBJECT-subsidies, zoals wij die met elkaar in het programakkoord hadden besproken. Ik wil ook nog even terugkomen op de opmerking met betrekking tot de Haven - Spoorzone en onze terughoudendheid op dat punt. Ik denk dat het verstandig is een en ander in relatie te brengen tot de opmerking van de heer Van Os, dat we zowel de reservepositie als het totaalbeeld volgend jaar moeten beschouwen en dan goed moeten kijken welke zaken wel en niet mogelijk zijn en waar we eventueel prioriteiten leggen, en dat dan afhankelijk van de discussie die op dat punt plaatsvindt. Wij zien die discussie met vertrouwen tegemoet. Naar aanleiding van de opmerking over het additioneel bestek het volgende. Wij zijn blij dat die notitie eraan komt. Ik denk dat het goed is om op dat punt stappen voorwaarts te maken. In reactie op datgene wat de heer Gielen zei over de bovenregionale bedrijventerreinen is onze vraag: heeft u zich op dat punt ook een insteek voorgenomen en een termijn waarop u denkt met zo'n discussie, zo'n gesprek over de PPS-constructies en het tot stand brengen van nieuwe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 437