11 NOVEMBER 1999 442 waarvoor de heer Scheltens eigenlijk al een creatieve oplossing had gevonden. Nu was dat niet het creatieve dat ik eigenlijk zocht. Ik heb het college gevraagd of zij van plan waren om met de CSM iets creatiefs te doen, als het gaat om die twee suikertorens, en dan niet het voorstel van de heer Scheltens om er nu al twee bommen onder te leggen. Ik zou daarop nog graag een reactie krijgen. De beantwoording van de heer Oomen heeft, waar het gaat om het onderhoudsbudget, bij ons een vraag opgeroepen. In de commissie had hij toegezegd een totaaloverzicht te maken van het onderhoudsbudget van de totale stad, om op die manier tijdens de kadernota een goede afweging te kunnen maken van de aparte plannen die nu steeds het daglicht zien. Wellicht dat de heer Oomen zijn antwoord uit de eerste termijn nog eens kan verduidelijken, omdat dat toch iets anders aangaf dan datgene wat hij in de commissie heeft toegezegd. De heer KWISTHOUT Sprekend over hét amendement, er is er maar één ingediend, dus ik kan over hét spreken, het volgende. Mevrouw Remie, een flesje wijn kunt u kopen van de 7,50 die je overhoudt als je 1,1 miljoen deelt door 160.000 Bredanaars, als het al niet bij u in het kerstpakket zit. Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN U bent zelf over dat flesje wijn begonnen, ik niet. De heer KWISTHOUT Maar u ridiculiseert het een beetje. Wij praten niet over die bedragen, als zou zijn gezegd: wij gaan de ƒ1,1 miljoen, die we op de begroting over hebben, op een andere manier inzetten, dan die te verdelen over alle Bredanaars. Het is een kwestie van kiezen. U zegt: het is een druppel op een gloeiende plaat. Dat die plaat gloeiend is ben ik helemaal met u eens, maar ik denk niet dat het echt bij een druppel blijft, ik denk dat het iets meer is. Naar aanleiding van de beantwoording door mevrouw Heerkens over de gesubsidieerde arbeid het volgende. Wij blijven hierover een ander standpunt innemen. Ik ben toch van mening, en mijn fractie met mij, dat, op het moment dat er geen reële optie is op een doorstroming van die banen naar de reguliere arbeid, er dan iets mis is. Want die banen zijn niet bedoeld om mensen bezig te houden, die banen zijn bedoeld om mensen door te laten stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Als men in deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt de bedrijven zoveel moet subsidiëren om die mensen aan het werk te helpen, dan is er, en daar blijf ik bij, iets mis. Met betrekking tot de stichting Hergebruik en de andere stichtingen het volgende. In de eerste termijn heb ik het gehad over de visie, en ik denk dat het goed is dat we binnenkort in de commissie SAW gaan praten over een integrale visie op die dienstverlening. En dan praat ik niet zozeer over de individuele stichtingen en groepen. Ik wil ook zeker niet zover gaan als de Parel van het Zuiden, die twee rivaliserende of ook andere groepen tegen elkaar wil opzetten. Ik denk dat je alles concreet moet bekijken en zeker naar de dienstverlening moet kijken en hoe we die kunnen garanderen. Ook op het gebied van jongeren heb ik een aantal opmerkingen en vragen gesteld, en drie wethouders hebben daarop een antwoord gegeven. Ik denk dat het goed is dat we eens gaan nadenken of het niet wenselijk is om jeugd- en jongerenzaken onder één wethouder te brengen, die dat dan volledig in zijn of haar portefeuille heeft. Ik heb nu van zowel de heer Gielen, als mevrouw Heerkens, als de heer Kruithof een reactie gehad op een aantal voorstellen. Ik denk dat het goed is om dat allemaal in één portefeuille onder te brengen. Over de Hoornwerkstraat het volgende. In verband met de ontwikkelingen die daar plaatsvinden heb ik in mijn eerste termijn in de richting van mevrouw Van Beusekom gevraagd om duidelijkheid daarover voor de mensen die daar wonen. Zeker de mensen met een koophuis denken: zal ik nog iets aan mijn huis vertimmeren, want wat gaat de toekomst brengen? Vandaar mijn vraag, om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over datgene wat daar gaat gebeuren. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Bij interruptie. Die duidelijkheid is er, en die was er dinsdag ook al. Dat is een kwestie van doorgeven. Dat alles daar voor de eeuwigheid blijft bestaan kan ik u niet garanderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 442