11 NOVEMBER 1999 443 maar dat kan ik u ook niet garanderen voor de rest van de stad. Maar de mensen aan de Slingerweg hoeven niet te denken dat hun huizen nu worden platgegooid. Overigens is dit uitgebreid met de heer Gouka besproken. De heer KWISTHOUT Dat weet ik, en ik heb het zo-even met de heer Gouka daar ook nog over gehad. Maar de insteek is toch wel anders, want er gaan daar allerlei dingen gebeuren. De spoorlijn komt dichter bij de huizen, de geluidsoverlast zal groter worden. Er gaat daar van alles gebeuren, en de mensen willen graag duidelijkheid. Natuurlijk kan het niet voor vijfentwintig jaar worden gegarandeerd, maar duidelijkheid over de eerstkomende vijf jaar zou misschien niet verkeerd zijn. Tot slot nog het volgende. Ik vind het een beetje opmerkelijk dat ik nog moet terugkomen op de opstelwedstrijd. De heer Gielen gaf in zijn reactie op mijn idee daarover op een bijna beetje pathetische, sorry voor het woord, manier aan dat het toch wel absoluut onmogelijk zou kunnen zijn dat de bibliotheek, zijn bibliotheek, omdat die onder zijn portefeuille valt, samenwerkt met de SP. Dat schept een bepaalde sfeer, die absoluut niet aan de orde was. Het was een zo a-politiek mogelijk initiatief van de SP-fractie. Wij hebben de bibliotheek opgebeld en wij hebben gevraagd: wat vinden jullie daarvan? Kan het bij de bibliotheek? Ze zeiden: ja, leuk, u bent welkom, wij verzorgen de koffie, et cetera. Men reageerde dus leuk en vriendelijk. Ik heb de burgemeester gevraagd om de prijs uit te reiken. Dat was ook geen probleem. Het was een gezellige middag en iedereen ging tevreden naar huis. Ik begrijp de opmerking niet en ik begrijp ook niet het probleem van wel of niet samenwerken. Tot slot wil ik nog reageren op de moties. Wij zullen de drie ingediende moties ondersteunen, omdat wij vinden dat die een positieve richting uitgaan. De heer LEUNISSE Onze fractie heeft het vanavond in ieder geval niet gehad over projecten, visies, nota's en dromen, maar over de werkelijkheid. Wij hadden in principe acht korte vragen, en op die acht korte vragen hadden wij graag acht korte antwoorden willen hebben. Dat is niet gebeurd. Daarom wil ik die nog een keer stellen en met betrekking tot de laatste vraag dien ik ook nog een motie in. Mijn acht vragen luidden als volgt: wanneer zijn de speeltuin en het theehuis in het Valkenberg klaar? Een korte vraag, misschien een kort antwoord daarop. Wanneer is het zwembad in het Van Sonsbeeckpark klaar? Een korte vraag, een kort antwoord. Wanneer is de ijsbaan er? Een korte vraag, een kort antwoord. Wanneer krijgen de Bredanaars een goede jachthaven? Een korte vraag, een kort antwoord. Wanneer bewaren we onze archeologische schatten eens zichtbaar voor de burgers? Ook een korte vraag, een kort antwoord. En wanneer zijn de Bredase straten schoon en onkruidvrij? Wij vragen dat niet zomaar, want deze zaken hebben toch allemaal een forse geschiedenis, niet van één jaar, niet van twee jaar, niet van drie jaar, niet van vier jaar, niet van vijf jaar, maar van zeker wel méér dan zes jaar. Daarom vragen wij dat. Het is wel leuk om visies, nota's, projecten en dromen te hebben, maar de uitvoering laat op zich wachten. De laatste vraag, vraag acht, heeft betrekking op de stichting Hergebruik. Daarover wil ik graag een motie indienen, en misschien is dit een schot voor de boeg, want ik denk dat het toch belangrijk is om dit mee te nemen in de besluitvorming die misschien deze maand gaat plaatsvinden. Tot slot wil ik nog een stemverklaring geven op de moties en op het amendement. Met betrekking tot de motie van GroenLinks inzake openbaar vervoerverbinding te water het volgende. Ik vind dit op zich best een aardige motie, alleen de werkelijkheid is anders. Wij praten over een vaarweg van rijkswege, waar een maximum snelheid geldt van negen kilometer per uur, en waar de vaartijd een uur en twintig minuten is. Wij zijn derhalve tegen die motie. We zijn wel voor de tweede en derde motie van GroenLinks. Met betrekking tot het amendement van de SP merken wij het volgende op. Wij denken dat de kosten die worden bespaard grotendeels door het Parkeerbedrijf worden opgehoest. Wij vinden dat dat bedrag daar moet blijven om de daar aanwezige problemen op te lossen. Daarom zijn wij tegen het amendement. Met betrekking tot onze motie vragen wij hoofdelijke stemming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 443