11 NOVEMBER 1999 445 Wethouder VAN OS Er zijn nog enkele vragen overgebleven. In de richting van de CDA-fractie het volgende. Ik zal laten nagaan hoe snel wij die stand van zaken hebben. Ik meen dat eraan wordt gewerkt, maar ik heb het nu niet kunnen navragen. In ieder geval kunt u die gegevens snel tegemoet zien. Over mediamixen en kabelkranten, ook de fractie van GroenLinks heeft daarover de afgelopen dagen schriftelijke vragen gesteld, het volgende. Een kabelkrant is een onderdeel van de gemeentelijke mediamix en wij zullen altijd nagaan hoe en wanneer wij die moeten inzetten. Dus mocht er iets met TV Gazet gebeuren, dan ontstaat er een nieuwe positie voor de wijze waarop wij de gemeentelijke informatie naar buiten kunnen brengen en dan zijn er andere kabelkranten in deze omgeving die wij op dat terrein zouden kunnen gebruiken. Nogmaals, naar aanleiding van eerdere vragen heeft het college gezegd dat het wel heeft te maken met de afweging, het bereik en de kosten die daarbij horen. En ik neem aan dat uw raad dat ook steunt. Aan de andere kant denk ik dat wij op zich ook voorstander zijn van een zo pluriform mogelijk aanbod. Maar het is de vraag welke rol de gemeente speelt in het overeind houden van kabelkranten. Dat laatste rekenen wij niet tot onze primaire taak. In de richting van de fractie van de WD het volgende. U heeft een aantal keren gezegd: zit het wel snor? In de eerste termijn gebruikte u een andere term namelijk: hebben we het in de klauwen? In de eerste termijn heb ik geprobeerd toch redelijk uitgebreid in te gaan op een aantal aspecten van de gemeentelijke organisatie en de ontwikkelingen daarbinnen. Als u kijkt naar datgene wat hier aan de orde is, de Begroting 2000 en alles wat daarbij hoort, dan durf ik te zeggen: het zit wel snor, met een paar kanttekeningen daarbij. Natuurlijk zullen wij op een aantal terreinen met uw raad en ook in de commissie Middelen een discussie hebben over de voortgang van de projecten en het hele investeringsverloop. Dat soort elementen is uiteraard niet opgelost met het aannemen van deze begroting. Die kanttekeningen wil ik daarbij maken. Het is natuurlijk ook niet zo dat er zo af en toe niet eens iets mis kan gaan met een project. Als ik dat niet zou mogen zeggen, dan dwingt u mij in een bepaalde positie. Tegenover üw voorbeelden, kunnen wij ook heel veel voorbeelden zetten van zeer ingewikkelde projecten die wel op een goede manier tot stand zijn gekomen. Wij doen heel veel aan projectmanagement, want dat is, denk ik, een redelijk essentieel onderdeel van datgene wat wij met de Stadsvisie willen gaan bereiken. Niet voor niets zit er in de Stadsvisie ook het programma kwaliteit, dat moet bijdragen aan het kunnen uitvoeren van die Stadsvisie over een periode van tien jaar. We moeten dus nog wel een aantal stappen zetten. Gelet op dat programma moeten we, denk ik, ook een samenhang zoeken tussen de elementen beleid, investeringen, organisatie, cultuur en zullen we in dat kader verdere stappen moeten zetten. Ik hoop dat ik daarmee opnieuw een paar aspecten heb aangekaart, en in dat opzicht mijn antwoord in de eerste termijn op uw vraag heb verdiept. De heer SCHRODER Bij interruptie. Heeft de wethouder Financiën, gelet op de vraag, nog vertrouwen in de voortgezette deelname van de WD-fractie in het college? Ik bedoel, er werd duidelijk twijfel uitgesproken van de zijde van de heer Meeuwis. Wethouder VAN OS U heeft niet helemaal goed opgelet toen ik begon met mijn beantwoording in de eerste termijn, waar het ging over het aspect P&O, dat ik uitermate positief verrast ben door het feit dat juist zo'n element ook eens in een raadsdiscussie wordt betrokken. En dat heeft alles te maken met het feit dat de wethouder Middelen niet alleen over financiën gaat, maar ook met betrekking tot al die andere elementen graag die combinatie legt. En ik ben blij dat we bij de Begroting 2000 over die zaken ook met elkaar spreken. Hetzelfde geldt natuurlijk voor datgene wat de Partij van de Arbeid op tafel legt, en die dat, in mijn ogen, een beetje té beperkt benadert als die zegt: het gaat over de Spoorzone en de Haven in combinatie met de reserve- en risicopositie. Daar gaat het niet om. Het gaat om de Stadsvisie van tien jaar met de bijbehorende kadernota en het totale financiële beeld, dan de reserves en de risico's en dan de grote projecten. En dan gaat dit college voor de ambitie die het in de Stadsvisie heeft uitgesproken. Tot zover, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 445