11 NOVEMBER 1999
454
De VOORZITTER
Laten wij van toepassing verklaren de uitleg op dit punt die vorig jaar is genotuleerd.
Wethouder VAN OS
De heer Coppens heeft die vraag destijds gesteld, dat weet ik nog wel.
De VOORZITTER
Mag ik aannemen dat wij nu de agendapunten 200 tot en met 202 hebben behandeld,
met de opmerkingen die daarbij zijn gemaakt? Akkoord.
Akkoord met de onder agendapunt 200 genoemde punten a. tot en met e., met de
aantekening dat de fracties van GroenLinks, de SP en de Parel van het Zuiden geacht
wensen te worden te hebben tegengestemd.
Akkoord met de onder agendapunt 201 genoemde punten a. tot en met d., met de
aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wenst te worden tegen punt a. te
hebben gestemd en dat de fracties van de SP en de Parel van het Zuiden geacht wensen te
worden te hebben tegengestemd.
Akkoord met agendapunt 202, met de aantekening dat de fracties van de SP en de Parel
van het Zuiden geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
III. RONDVRAAG
De heer ADANK
Voorzitter, mag ik mijn toezegging gestand doen door aan de wethouder de nota over de
spoorlijn Breda-Utrecht te overhandigen, zodat die in het college kan worden verspreid?
De VOORZITTER
Ja, dank u wel. Die krijgen wij dan nu van u.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Ik heb er toch behoefte aan om vanuit onze positie in deze raad nog even een opmerking
te maken naar aanleiding van het betoog van de heer Leunisse in de eerste termijn. Ik zou
dat graag afdoen als goedkope demagogie, waar wij ons verre van houden. Ik heb
daarvoor één woord dat mij op het hart ligt en dat ik kwijt wil, dat is namelijk verachtelijk.
Dat wilde ik nog even gemeld hebben.
De VOORZITTER
Ik constateer dat dit het einde is van deze vergadering.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, ik had ook mijn hand opgestoken, maar u keek niet deze kant op. In onze
beschouwingen had ik als laatste aangevoerd een oproep aan GroenLinks om een
openbaar debat te voeren. Zij zijn daar niet op ingegaan, ook de andere partijen niet. Ik
neem dan ook aan dat dat niet doorgaat.
De VOORZITTER
Ik denk dat dat de juiste conclusie is. Daarmee zijn we aan het eind van deze vergadering
gekomen. Ik nodig u uit om beneden nog even het glas te heffen op het succes van deze
avond. Hartelijk dank.