25 NOVEMBER 1999
458
van de commissie te zullen brengen. Kunt u daarmee leven? Dan is dat punt ook
besproken.
Op uw tafel is gelegd een gecorrigeerd conceptraadsbesluit voor agendapunt 215, het
voorbereidingsbesluit voor het perceel Houtmarkt 1Bij dat agendapunt hebben we het
dus straks over dat gecorrigeerde voorstel.
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE
GEMEENTE BREDA OP 28 OKTOBER 1999.
Akkoord.
II. MEDEDELING VAN INGEKOMEN STUKKEN.
Akkoord, met de stukken onder A. en D.
203. AANPASSING VAN VERORDENING KINDEROPVANG 1997.
De heer LEUNISSE
Wij hebben de aanpassing van de verordening Kinderopvang 1997 nog eens goed
doorgenomen en wij zijn tot de conclusie gekomen, dat wij toch een probleem zien in de
wachtlijsten, de vrijwilligers en de mensen die dat professioneel gaan opvangen. Zij zullen
vergunningplichtig gaan worden. Wij vinden dat een moeilijke zaak en daarom hebben
wij een motie voorbereid, die ik graag bij dezen aan u wil overhandigen.
De VOORZITTER
Door de heer Leunisse van de Parel van het Zuiden is een motie ingediend. Deze voldoet
aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de
beraadslagingen.
De door de heer Leunisse namens de fractie van de Parel van het Zuiden ingediende motie
luidt als volgt:
MOTIE (1)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake de aanpassing van de verordening Kinderopvang
1997;
overwegende dat:
er steeds meer druk wordt uitgeoefend op alleenstaande moeders om te gaan werken;
er te weinig kinderopvang is om dat te kunnen doen;
deze vrouwen daardoor onnodige emotionele problemen krijgen;
kinderen tot 16 jaar behoefte hebben aan een goede opvang;
besluit:
dat, zolang er geen voldoende kinderopvang is, alleenstaande moeders met kinderen
beneden de 16 jaar niet hoeven te gaan werken;