mi 25 NOVEMBER 1999 464 overeind is gebleven, ondanks de problemen met het architectenbureau. Ook nu, wanneer de financiën bepalen hoe we ermee verder willen gaan, staat het model niet ter discussie. Breda '97 vindt dat het college goed met de opdracht die de raad heeft gegeven, is omgegaan, en is blij met het gegeven dat het taakstellend budget nog steeds in zicht is. Ook het voorstel om op korte termijn met elkaar te discussiëren over het organisatiemodel en het bedrijfsplan in relatie met het exploitatiesubsidie, vinden wij een must. De eventuele paracommerciële activiteiten moeten we ook van tevoren duidelijk met elkaar bespreken. Breda '97 gaat akkoord met de financiering zoals die in het voorstel is opgenomen. Toch maken we ons zorgen over de financiële risico's die de raad nog kan lopen. In wezen gaat het tóch om een blanco cheque. Daarover ben ik het volledig met de heer Braat van de WD eens. Ze zijn onbekend en niet duidelijk begroot, maar zoals het er nu uitziet, door de mededeling van de wethouder, beperkt. De discussie om in de toekomst anders om te gaan met het voteren van kredieten voor aanbestedingen, zien wij graag tegemoet. Breda '97 heeft veel waardering voor het bestuur en de medewerkers van PARA/MEZZ, voor hun bijdragen in de haalbaarheid van het project. De waardering geldt eveneens voor de inzet van het college en de ambtelijke medewerkers, die koste wat kost het project overeind hebben gehouden in een goed overleg met de raad. Wij zijn voor uw voorstel en wij denken dat de financiële zorgen door het nemen van wat financieel risico, mogelijk moeten zijn. Wij zijn ook blij met de start die het poppodium nu eindelijk kan maken. De heer KWISTHOUT In zijn algemeenheid steunt de SP-fractie dit voorstel. Wij vinden de nieuwbouw van PARA/MEZZ erg belangrijk en het bedrag dat ervoor staat ook acceptabel. Dat is al meerdere malen naar voren gebracht en dat doe ik hier nu weer. Er zijn in de commissievergadering door ons nog wel twee punten naar voren gebracht. Het eerste betreft de gunning en het punt dat wij als oppositiepartij moeite hadden met het feit dat min of meer een blanco cheque aan het college werd gegeven. Er is gezegd: doen jullie de gunning maar. In de commissievergadering heb ik erop aangedrongen dat, voordat tot de uiteindelijke gunning wordt overgegaan, de commissieleden hiervan in ieder geval in kennis worden gesteld. Ik heb er alleszins begrip voor dat er enige haast is geboden, immers, we moeten december halen om de KONVER-subsidie te kunnen binnenhalen. Het is niet mogelijk om het nog een keer aan de raad voor te leggen, maar met de toezegging dat, voordat er definitief door het college wordt getekend, het voorstel voor een gunning aan de commissieleden bekend wordt gemaakt, gaan wij akkoord met dit raadsvoorstel. Dat zal dan besloten moeten gebeuren, hetzij in een besloten vergadering, hetzij door de stukken in het 'geheime kastje' te leggen. Wat dat betreft akkoord. Over de financiering hebben we in de fractie uitgebreider gesproken, met name over de post onvoorzien. In de commissievergadering ben ik ook hierop ingegaan. In het stuk staat dat het project erg ambitieus en bijzonder is, daarmee zijn wij het helemaal eens, en dat een normale post onvoorzien van vijf procent een zeker risico inhoudt. Wat in het voorstel staat luidt letterlijk: "hecht ons college eraan om uw raad nogmaals te wijzen op het feit dat gunning met een overigens normale post onvoorzien (5%) in dit ambitieuze en bijzondere project een zeker risico inhoudt. Ons college is bereid dit risico aan te gaan". In normaal Nederlands staat daar eigenlijk: raad, houd er rekening mee dat het erg waarschijnlijk is dat we over een tijdje naar u terug komen en om meer geld moeten vragen, juist vanwege het feit dat het project ambitieus, bijzonder, vernieuwend en van alles en nog wat is, en dat we er waarschijnlijk niet komen met het geld dat ervoor staat, omdat er juist heel veel onvoorziene dingen kunnen gaan gebeuren. Ik heb daarover in de commissievergadering met de wethouder van gedachten gewisseld. Ik ben in tegenstelling tot de wethouder niet van mening, dat een te hoge post onvoorzien slecht is voor de concurrentiepositie. Immers, een post onvoorzien is er voor zaken die ten tijde van de aanneming, van de gunning, onvoorzien waren, waarmee dus geen rekening kon worden gehouden. Niet alle overschrijdingen van de kosten van de bouw kunnen zomaar aan de kapstok van de post onvoorzien worden opgehangen. Dus ik ben het met dat argument niet eens. Ik vind het argument, dat we nu een reële inschatting kunnen maken van wat het uiteindelijk zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 464