25 NOVEMBER 1999 480 gesloopt zou moeten worden, als daar de noodzaak toe is, ook weer een betaalbare sociale woning terug komt. Het zou een hele mooie ambitie zijn om enerzijds de wijk meer leefbaar, meer bewoonbaar te maken en anderzijds de wijk ook betaalbaar te houden. Daarbij wil ik het laten. De heer LEUNISSE U weet dat wij graag voorstaan: afspraak is afspraak. Hier zijn lang geleden afspraken gemaakt die nog steeds niet zijn nagekomen. Daarom ben ik het zo roerend eens met het CDA, de heer Adank kijkt niet eens, waar men het had over het punt dat het geen praatcultuur moet zijn. Natuurlijk moet het dat niet zijn. Het moet een doecultuur zijn, en daarbij sluiten wij ons graag aan. De VOORZITTER Ik zag wél mevrouw Knipscheer kijken, dus dat is een hele troost voor u, denk ik. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Alles wat hier is gezegd zie ik eigenlijk als een grote steun om dit project aan te pakken. De een zegt het zus en de ander zegt het zo, maar uiteindelijk heb ik het idee dat niemand hier tegen zal zijn en dat men het college vlot en doortastend zal steunen. De waaromvraag heeft natuurlijk iedereen bezig gehouden. Wij zijn de evaluatie ook niet uit de weg gegaan en daaruit valt duidelijk te melden dat het sociaal-economische element was achtergebleven, en dat dat als oorzaak kan worden gezien van het niet geheel slagen. U hoeft ook niet te doen alsof er niets is gebeurd, want tachtig procent van de doelen is gehaald. Dat is een inspanning die wij niet met wat achteloze woorden kunnen wegpoetsen. Dat zou een heel traject teniet doen. Het college zegt alleen dat we extra aandacht moeten besteden aan zaken waarin we niet zijn geslaagd. Ik vind dat een constatering en als je evalueert dan zul je daar soms iets tegenkomen dat minder leuk is om te horen, maar zo is het nu eenmaal. Er wordt ook gezegd, daarover hebben wij het eerder gehad, dat we er geen praatcultuur van moeten maken, maar een doecultuur. Mevrouw Knipscheer en ik waren het geheel met elkaar erover eens dat het goed is om toch éven te overleggen watje gaat doen, want alleen maar een doecultuur zonder overleg en zonder praten met verstand leek ons uitermate onverstandig. Zo hebben we elkaar gevonden. Wat betreft het Dr. Struyckenplein het volgende. Over het plein is gezegd dat we op korte termijn zullen kijken wat er kan, en dat zal, denk ik, in eerste instantie een optische verbetering zijn, omdat het niet in één keer op alle terreinen is aan te pakken. Inmiddels heb ik van een andere bouwvereniging gehoord dat men daarbij misschien wel kan helpen. Hiermee kom ik eigenlijk ook terug op dat wat de heer Van Yperen namens Breda '97 heeft gezegd. Ik denk dat we nu kunnen starten, want we zijn in staat gebleken om een goed overleg met elkaar te hebben en dat is de basis om iets aan te pakken. Dat goede overleg hopen we zo te houden, zodat we daarmee samen kunnen komen tot een snelle werkwijze, die effectief is. Vooral het samenwerken was de bottleneck en dat is nu door de inspanning van de andere partijen wonderwel gelukt. Akkoord. 220. VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "KROETEN, PARTIËLE HERZIENING 1999/1". De heer LEUNISSE Wij hebben dit in het verleden ook al over de Kroeten in de commissie gezegd. Er zijn mensen in het geweer gekomen, die vonden dat een aantal zaken te dicht bij de huizen zou komen. Ook vonden zij dat er niet goed naar hen is geluisterd. Om die reden stemmen wij niet in met dit voorstel. De VOORZITTER Dat is een stemverklaring, lijkt mij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 480