23 DECEMBER 1999 490 229. AANWENDING SUBSIDIEGELDEN VOOR PROJECT DUURZAME REVITALISERING BEDRIJ VENTERREIN DE KROGTEN. De VOORZITTER Wie wenst hierover het woord te voeren? Niemand? Mijnheer Leunisse, wenst u De heer LEUNISSE U heeft weer moeite met uw nek, geloof ik. De VOORZITTER Neen, maar dat komt omdat wij u niet genoteerd zien bij de gemelde sprekers, en dat is altijd heel lastig. De heer LEUNISSE Ik heb het genoegen niet gehad uw secretaresse te spreken, anders hadden wij dat wel kunnen doorgeven. De VOORZITTER Zij heeft de hele dag op u gewacht. De heer LEUNISSE Ik geloof dat wij mans genoeg zijn om hierover toch iets te zeggen. Ook in de commissie hebben wij nogal breedvoerig over dit punt gesproken. Op zich is dit een hele goede aanwending van de subsidiegelden. Echter, wij hebben nog wel de opmerking geplaatst dat het alleen de droge infrastructuur betreft en niet de natte, terwijl de natte juist bijzonder belangrijk gaat worden in de toekomst voor vervoer en milieu. Wij missen dat dus node. Wij hebben gevraagd om ook daaraan iets te gaan doen, maar wij hebben helaas niets vernomen, en derhalve kunnen wij met dit punt niet instemmen. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 230. VOORBEREIDINGSKREDIET HERONTWIKKELING BRABANTPLEIN. De heer DE ROOS Ik wil benadrukken dat wij het raadsvoorstel goed vinden en ook zullen steunen, maar dat wij tegelijkertijd hopen dat het komend halfjaar ook daadwerkelijk zal worden benut om te kijken of een herontwikkeling van het Brabantplein kan plaatsvinden. Wij nodigen alle betrokkenen, ook hier, uit om er zoveel mogelijk aan bij te dragen dat hier daadwerkelijk uiteindelijk ook een herontwikkeling kan plaatsvinden. De heer LEUNISSE Dit is een zaak die al acht jaar speelt. We gaan de commissie niet overdoen, maar we hebben in de commissie duidelijk het een en ander laten horen over inspraak en medezeggenschap. Er werd beweerd, ook door de wethouder, dat die veel beter is gegaan dan in het verleden. Dat noopte ons tot het verrichten van enig onderzoek. Tot mijn schrik heb ik deze week bemerkt dat een aantal zaken anders worden voorgesteld dan ze in de commissie werden voorgesteld. Er is weinig draagkracht, er is weinig inspraak geweest. Ik heb een Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Bij interruptie. Waarop baseert u dat, mijnheer Leunisse? De heer LEUNISSE Op de persoonlijke reacties van de ondernemers en de buurtbewoners. Zij hebben mij gevraagd om daarover een motie te maken en vanavond bij de voorzitter van deze raad in te dienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 490