23 DECEMBER 1999
491
De VOORZITTER
Dat is dus een motie van de buurt en niet van u?
De heer LEUNISSE
Ja, zo gaat dat als je volksvertegenwoordiger bent.
De VOORZITTER
Dat is de eerste in dit millennium. Door de heer Leunisse is een motie ingediend. Deze
voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van
de beraadslagingen.
De door de heer Leunisse, namens de fractie van de Parel van het Zuiden, ingediende
motie luidt als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake het voorbereidingskrediet herontwikkeling Branbant-
plein;
overwegende dat:
- tijdens de commissiebehandeling door ambtenaren en wethouder Gielen is gezegd dat er
goede inspraak is geweest voor burgers en ondernemers over de Brabantplein-plannen;
- de klankbordgroep regelmatig bij elkaar is geweest;
- uit onderzoek daarna is gebleken dat de ondernemers van de Ignatius-strip in ieder geval
niet zijn gehoord en geen zitting hebben gehad in de klankbordgroep;
- deze ondernemers daarover zeer kwaad zijn en dat hun bestaan wordt bedreigd omdat
het allemaal zolang duurt;
- de secretaris van de bewonersorganisatie zelfs beweert dat de klankbordgroep nog nooit
bij elkaar is geweest en dat er van communicatie met de bewoners geen sprake is;
besluit:
1. Wethouder Gielen opdracht te geven rechtstreeks met deze burgers contact op te
nemen om na te gaan of bovenstaande beweringen kloppen;
2. Daarvan verslag te doen in de eerstvolgende vergadering van de commissie ECG, waarbij
de betreffende burgers ook aanwezig zijn;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Ik stel voor om de motie nog even rustig te bekijken. De wethouder kan nu in eerste
instantie antwoord geven.
Wethouder GIELEN
Ik zie dat nog niet alle raadsleden deze motie hebben ontvangen. Dat stelt mij in staat om
de presentielijst van de bijeenkomst van 22 juni 1999 erbij te nemen. Ik moet u zeggen dat
het aantal vertegenwoordigers bij die bijeenkomst, en ik kan natuurlijk niet beoordelen of
iedereen daarbij aanwezig is geweest, behoorlijk is geweest. Dat is ook wat ik in de