23 DECEMBER 1999
501
Akkoord.
240. VOLUME- EN VERDEELBESLUIT.
De heer POSTHUMA
Met dit besluit verdelen we de laatste BWS-subsidie. Hiermee is de BWS-regeling aan haar
eind gekomen. Om die reden bestaat bij de fractie van de PvdA enige zorg over de bouw
van betaalbare woningen in de toekomst. Een zorg, overigens, die iets is verminderd door
twee opmerkingen, die zijn gemaakt door de wethouder Volkshuisvesting tijdens de
laatste vergadering van de commissie RO. In de eerste plaats, dat zij met ons vindt dat het
van groot belang is dat de reserve volkshuisvesting in stand blijft en ook haar functie blijft
vervullen, laat ik er dat voor de duidelijkheid bij zeggen. Want je kunt een reserve ook in
stand houden door er nooit meer uitkeringen uit te doen. Maar ik heb begrepen dat dat
ook van de wethouder niet de bedoeling was. De afgelopen periode hebben wij die
reserve vooral ingezet voor het opplussen, en onze indruk is dat daaraan voorlopig toch
nog erg veel behoefte zal zijn. De tweede opmerking die in de commissievergadering door
de voorzitter is gemaakt, is dat de corporaties in ieder geval alle medewerking krijgen
voor het bouwen van duurdere woningen om daarmee het verlies op goedkope woningen
te kunnen compenseren. Voor het overige gaan wij akkoord met het voorstel.
De heer DE ROOS
Ook ten aanzien van dit raadsvoorstel heeft de fractie van GroenLinks in de commissie
Ruimtelijke Ordening geen definitief standpunt ingenomen. Het gaat in feite om het
laatste stuk: rijkssubsidie voor de volkshuisvesting in het kader van het Besluit
Woninggebonden Subsidies. Dit geld, in feite de jaarschijven 1999 en 2000, wordt op een
bepaalde wijze ingezet, met name op VINEX-locaties ten behoeve van goedkope
woningbouw. Tegelijkertijd is de gemeentelijke reserve volkshuisvesting ingezet,
merendeels voor het opplussen van woningen voor ouderen en voor een deel ook voor het
oplossen van knelpunten in de volkshuisvesting, en dan denk ik met name aan
huurmatiging. GroenLinks kan zich hierin vinden. Wij gaan dus akkoord met het
raadsvoorstel. Wij hebben nog een paar korte opmerkingen ofwel een paar schoten voor
de boeg. Op het breukvlak van deze regeling en op het breukvlak van de twintigste en de
eenentwintigste eeuw constateren wij wel dat er nieuw beleid moet komen op een aantal
punten. Er zal meer helderheid moeten komen over de woningbehoefte. De resultaten
van het onderzoek komen er ook nog aan. De rol van de woningbouwcorporaties zal
duidelijker moeten worden. De inzet van GroenLinks is eigenlijk dat er één corporatie
komt, die ook staat voor de bouw en het beheer van goedkope woningen. De
herbeoordeling van de Stichting Woonruimteverdeling is op zijn plaats. Een ander punt
dat aandacht verdient is de invoering van het toegezegde stelsel SOBJECT-subsidies, te
weten de combinatie van woon- en persoonsgebondensubsidies in de huisvesting. De
vraag is natuurlijk of daarvan een wenselijk en werkbaar systeem is te maken. Een ander
punt betreft het spiegelbeeldig bouwen, alsmede de spreiding van goedkope woningen
over de hele stad. Tot slot is bij de bepaling van de positie volkshuisvestingsbeleid ook het
doorstromingsonderzoek Westerpark van belang. Wat heeft de realisering van deze
nieuwe stadswijk met haar diverse prijsklassen in nieuwbouwwoningen voor gevolgen
gehad voor de naastgelegen oude stadswijken? Is er inderdaad veel goedkope kern-
voorraad ter beschikking gekomen? Al deze vragen zijn van belang om te komen tot een
goed volkshuisvestingsbeleid in de eenentwintigste eeuw. De fractie van GroenLinks
meent dat de raad voor deze problematiek op tijd passende antwoorden moet hebben
gevonden.
De heer KWISTHOUT
In hoofdlijnen gaan wij akkoord met dit voorstel. Wij maken wel een voorbehoud ten
aanzien van de 600.000,- die beschikbaar is voor huurmatiging via de woningbouw
verenigingen. Waarom maken wij dat voorbehoud? Omdat wij vinden dat huurmatiging
persoonsgebonden moet zijn. Huizen hebben een bepaalde kostprijs en een bepaalde
huurprijs. Voor de mensen die de huurprijs niet kunnen betalen is er de individuele