23 DECEMBER 1999 509 dat een aantal zaken, die wij in de eerste besprekingsronde hebben ingebracht, nu in de nota zijn terug te vinden. Centraal staan voor ons de ontplooiingskansen van iedere Bredanaar op sociaal, educatief, sportief en cultureel gebied. Wat het laatste betreft baart het ons dan ook nog wel enige zorg dat er in het hoofdstuk cultuur erg veel aandacht is voor vernieuwing en experiment en veel minder aandacht voor brede participatie en ontplooiing. Wat ons betreft zou het cultureel subsidiebeleid vooral moeten worden getoetst op professionele kaderondersteuning en samenwerking en minder op een artistiek, en dan citeer ik: "de gangbare uitvoeringen overstijgende output". Gelukkig krijgt in deze nota nu ook sport de aandacht die het verdient. Onze vragen in de commissie lagen vooral op het terrein van het managen van dit project en op de planning. Wij zouden het zeer moeilijk verkoopbaar vinden als de datum 1 januari 2002 voor de invoering van het nieuwe subsidiestelsel niet zou worden gehaald. Dan mag er dus vanaf nu geen kink meer in de kabel komen, omdat er na de vaststelling van het accommodatie- en subsidiebeleid ook genoeg tijd moet overblijven voor het juridisch traject. Graag hoor ik van de wethouder of het traject dat vanaf nu tot 2002 moet worden gevolgd goed is uit te voeren binnen de termijn van twee jaar, zodat de datum 1 januari 2002 kan worden gehaald. Wethouder HEERKENS Mevrouw Vossenaar zei zelf al dat het een stemverklaring betrof. Natuurlijk ben ik het met haar eens waar zij zegt dat we vooral het doel niet uit het oog moeten verliezen. Harmonisatie is dan wel een aanleiding, maar we hebben met elkaar ook besloten om juist de vernieuwingen in het subsidiebeleid door te voeren. In de richting van de heer Joosse merk ik op dat niet alleen de vernieuwing van het accommodatiebeleid aan dit subsidiebeleid is gekoppeld, maar ook, en dat heb ik in de commissie uitgebreider uitgelegd, de zorgvuldigheid naar met name alle kleinere verenigingen. Ook in juridisch opzicht moet op tijd worden aangegeven wanneer wij met dat nieuwe subsidiebeleid gaan werken en wanneer hun begrotingen en hun aanvragen voor subsidie beoordeeld zullen gaan worden naar aanleiding van de nieuwe criteria. Het heeft ook te maken met het feit dat je die verenigingen zeker een half tot driekwart jaar van tevoren moet inlichten. En die periode viel dus al af van de tijd die we hadden om naar dat nieuwe beleid toe te komen. Ik denk dat dat ook één van de belangrijke redenen is. Wat betreft het verlengen met een jaar het volgende. Ik heb nu nadrukkelijk aangegeven waarom dat nodig is. Ik denk dat het een zeer ingewikkeld traject is, we hebben het daarover in de commissie al meerdere malen uitgebreid gehad. Er hangt ook nog een kwaliteitsplan aan, juist om het voor die verenigingen, die met vrijwilligers moeten werken, allemaal te vereenvoudigen. We hebben dus te maken met een aantal juridische aspecten. Al met al zitten we, ook met dat jaar uitstel, met een heel strak tijdschema, maar ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het jaar 2002 kan worden gehaald, omdat ik ook denk dat mensen op een gegeven moment willen weten waaraan zij toe zijn en bovendien is het noodzakelijk dat we voor Breda een aantal nieuwe aspecten van dat beleid in gang gaan zetten. TWEEDE TERMIJN De heer LEUNISSE Voorzitter, ik maak graag gebruik van de tweede instantie. Omdat er in de eerste instantie vragen zijn gesteld die wij ook hadden, leek het ons niet nodig om die vragen te herhalen. Wij hebben de beantwoording afgewacht. Wij zien toch nog een aantal zaken, waartegen wij ernstige bedenkingen hebben. Wij vinden dat te veel regels te zeer ingewikkeld en veel te strak zijn, en daarom zijn wij tegen dit voorstel. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 246. BESCHIKBAAR STELLEN RENDABEL KREDIET VOOR DE BOUW VAN BSO-RUIMTE DE PLU IN BAVEL.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 509