25 FEBRUARI 1999 65 staan als basis voor de werkgelegenheid voor Breda. Wij vinden dat Breda zich qua ligging moet ontwikkelen als dienstencentrum voor Antwerpen en Rotterdam. Ook in de verre toekomst, of dit voor de nabije toekomst geldt zullen we nog moeten leren, heeft Breda een belangrijke scharnierfunctie in de hele delta. Wij hebben dat heel duidelijk vastgesteld en wij zijn daarin ook nog wat verder gegaan. Wij hebben precies aangegeven waar we dat zouden willen ontwikkelen en hoe we dat zouden willen ontwikkelen. Wij vinden dat dat wat ons betreft niet hoogwaardig genoeg kan zijn. Wij hebben in ons verkiezingsprogramma de aanleg van een helikopterhaven opgenomen, omdat op een gegeven moment de snelheid van bereiken een hele belangrijke factor is. Daarover is een beetje lachwekkend gedaan. Wij hebben daarover met deskundigen gesproken. Dat is een mogelijkheid om in de toekomst Breda een hoogwaardige plaats te geven als dienstencentrum tussen de twee belangrijkste havens van de wereld. Wij vinden dat wij die kans moeten grijpen. Wij willen daarop gelijk aanhaken voor wat betreft het verhaal van de jachthaven en de Haven. Wij vinden dat er op het CSM-terrein, waarover wij het de hele tijd hebben, kantorencomplexen zouden kunnen komen. Wij vinden dat daaraan het hele spoorwegverhaal zou moeten worden opgehangen, inclusief HSL, shuttles, et cetera. Het is een gelegenheid die we niet voorbij moeten laten gaan. Ik weet wel dat u elke keer zegt: de prijs, de prijs, de prijs. Maar ik denk dat er Europese belangstelling voor is en dat er ontwikkelingsmaatschappijen zijn, die daarvoor bijzondere belangstelling hebben. Wij vinden dat u die kans moet pakken, en dus niet doorgaan met het hele verhaal bij Belcrum, want dat is echt niet meer te doen. Wat betreft de jachthaven: u zou daar een grote jachthaven moeten maken. Dan hoeft wat ons betreft de Haven niet meer gerealiseerd te worden. Wethouder GIELEN Ik miste de laatste opmerking van de heer Boer over België. Maar dat lag aan mij, want ik kon u niet verstaan. U zei iets over België en ontwikkelingen. Klopt dat? De heer BOER Neen, ontwikkelingsmaatschappijen. Ik heb niet per se België genoemd, maar met de delta bedoel ik echt België van Duinkerken af tot en met Hoek van Holland. Dat is de hele delta en daar zit België bij. Wethouder GIELEN In die zin heb ik als wethouder Economische Zaken de bestuursadviseur die voor mij werkzaam is, gevraagd om zich met name de komende periode daarop te gaan richten. Maar dat ontgaat u. De heer BOER Ik snap niet wat u nu zegt. Wethouder GIELEN Neen, maar dat ontgaat u ook. Over het dienstencentrum maak ik ook hier slechts een beperkte opmerking, omdat het een groot aantal stemverklaringen betreft. Twee elementen haal ik hieruit. Het eerste betreft de regionale samenwerking, mevrouw Boidin stipte dat even aan. Zojuist is een voorstel geaccordeerd door de gemeenteraad: de economische samenwerking in de regio West-Brabant maakt daarvan een belangrijk onderdeel uit. Juist op het gebied van economische zaken hebben de 18 gemeenten gezegd dat de krachten moeten worden gebundeld. Op dat vlak worden in het westbrabantse belangrijke stappen vooruit gezet: de regionale grondbeleidontwikkeling in Moerdijk, de ontwikkeling rondom Moerdijkse Hoek en de regiofinanciering van het grondbeleid. Dus ik heb er alle vertrouwen in dat op dat vlak het voorstel, zoals dat vanavond is geaccordeerd, straks een goede basis is voor die samenwerking. Het tweede punt betreft, dit in de richting van de heer Boer, de consultatie, die slechts een tweetal avonden in beslag zou hebben genomen. Als u de stukken goed heeft gelezen dan heeft u kunnen lezen dat er een heel breed consultatietraject heeft plaatsgevonden, waarbij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 65