25 FEBRUARI 1999 70 Zuiden en de SP geacht wensen te worden te hebben voorgestemd. Besluitvorming ten aanzien van het voorstel van burgemeester en wethouders. Akkoord. 39. INPASSINGSOVEREENKOMST HSL/A16 TUSSEN RIJKSWATERSTAAT NOORD-BRABANT EN GEMEENTE BREDA. De heer VAN DER HULST Even een korte stemverklaring. De inpassingsovereenkomst die nu voorligt is ons inziens een goede overeenkomst die zekerheid biedt over de financiën, die besteed kunnen worden aan de inpassing van de HSL/A16 op het grondgebied van Breda. Ik denk dat dit een voorbeeld is van de goede, constructieve samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de gemeente, die op dit punt aan de orde is. Wij zijn daarover heel tevreden. De heer GEUZE De verantwoorde inpassing in het stedelijk en landelijk gebied van de gigantische infrastructuurbundel van de HSL/A16 is een groot Bredaas belang. Het uitgangspunt, dat zowel de ontwerpen voor de inrichting als de aanleg en het beheer van de inpassingsgebieden door Breda zelf worden verzorgd, heeft de volledige instemming van de VVD-fractie. Dat daarvoor na intensieve onderhandelingen met het Rijk een alleszins acceptabele financiële basis is verkregen, verdient grote waardering. Redenen waarom de WD-fractie met erkentelijkheid voor de bereikte resultaten akkoord gaat met de gedane voorstellen. Wij zijn ons ervan bewust dat het vervolgtraject nog veel inspanning en overleg zal vergen, inclusief de daarbij behorende communicatie en inspraak. Wij hopen dat de uitkomst de toets der kritiek glansrijk zal kunnen doorstaan. Tot slot, niet onbelangrijk, de aangekondigde opneming van de noodzakelijke bedragen in het gemeentelijke investeringsprogramma voor een komende reeks van jaren, zal, uitgaande van budgettaire neutraliteit met betrekking tot die gelden geen andere politiek gewenste keuzes mogelijk kunnen maken, simpelweg omdat de tegenhanger ervan de realisatie is van de in de overeenkomst opgenomen verplichtingen tot een niet gering bedrag van 32,5 miljoen. Ook dit mag u zien als een stemverklaring. De heer VAN YPEREN Breda '97 feliciteert burgemeester en wethouders met deze inpassingsovereenkomst. Uit ervaring hebben we geleerd dat je zo'n overeenkomst móet sluiten om zeker te zijn van de uitvoering daarvan. Wanneer je zelf de regie in handen hebt kun je ook zelf op een gegeven moment ervoor zorgen dat alles op die plaats terechtkomt waar het nodig is. Als je die niet hebt dan ben je afwachtende, en dat betekent dus dat zeker de uitvoering van een goede inpassing niet is gegarandeerd. Dus, nogmaals, Breda '97 staat volledig achter dit voorstel. De heer HAARHUIS Mijn fractie kan zich vinden in de uitkomsten van de onderhandelingen die aan dit raadsvoorstel zijn voorafgegaan. De intentie die we als Breda hadden, die in de commissie en tussen de wethouder en de partijen ook regelmatig is uitgesproken, om de zeggenschap over de planning en de uitvoering van de inpassingzones te krijgen, wordt hiermee gerealiseerd. Dat stemt tot tevredenheid. Enkele aandachtspunten willen wij nog even behandelen. Wij hebben het in de commissie gehad over de risico's. Wij zijn tevreden, het is goed om dat nog even te vermelden, dat in de overeenkomst in punt 14 met name is vastgelegd, dat daar waar in de toekomst andere situaties optreden, beide partijen de kans hebben om met elkaar rond de tafel te gaan. Dat vinden wij een voldoende afdekking om mogelijke risico's in de toekomst, daar waar ze echt voortkomen uit een nieuwe situatie, met Rijkswaterstaat aan de orde te kunnen stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 70