25 FEBRUARI 1999 73 uitwerking, maar ik vermoed dat we voor grote verrassingen komen te staan, omdat er tegelijkertijd grote werken in het land zijn en daardoor ook specialisten van het ene gebied naar het andere zullen trekken. Wij zullen de gedachte die wij, denk ik, raadsbreed onderschrijven, zo veel mogelijk moeten meenemen, maar ieder probleem op zijn tijd. We nemen dat zeker mee. Ik heb mezelf beloofd dat ik, als de heer Crul van GroenLinks, vanavond positief tegenover het voorstel zou staan, iedere opmerking zou weglaten, en alleen het feit zou omarmen dat er zo degelijk was nagedacht en dat er een ferm besluit was genomen. U heeft echter, voordat de scheiding met de Parel compleet is, één vraag een beetje gemeen. Dat is namelijk de vraag over het shuttlegedeelte. Het mag duidelijk zijn dat het shuttlegedeelte, vanaf het spoorviaduct Lunetstraat tot aan het station Breda, buiten het tracébesluit valt. Voor deze aansluiting zal er dan ook zeker een aparte procedure moeten komen. Voorstellen voor het ruimtegebruik en het ontwerp inpassing dienen dus nog door Rijkswaterstaat te worden geleverd, en daarover zullen we moeten onderhandelen. Dus er wordt niets gejokt, er is niets waardeloos, we hebben precies aangegeven hoe het zit. Als wij daarnaast weer de discussie hebben met GroenLinks, die vraagt hoe het zit met het geld van het groene hart, dan antwoord ik daarop hetzelfde als in de commissie. Ik verwacht niet dat een eventuele besparing in het groene hart een extra bedrag voor Breda zal opleveren, gelet op de algemene financiële problematiek van het hele project. Van belang voor Breda zijn de gemaakte financiële afspraken die betrekking hebben op de 70 miljoen. Ik snap best dat, als er ergens 32,5 miljoen ligt, en wij hebben u ook uitgelegd hoe wij omgaan met die 70 miljoen, dat men zich niet nu al rijk moet rekenen met een besparing, die u alleen op dit moment voor ogen heeft. Dus ik wil in dezelfde trant antwoorden, want anders is het ook niet zo consistent. TWEEDE TERMIJN De heer VAN DER HULST Ik had nog een klein puntje over de inzet van langdurig werklozen op deze inpassing. Misschien is het volgende een idee: er zijn twee projecten, die al in Helmond en Den Bosch hebben gelopen, van Palet, Bouwraad, de RBA en de gemeente. Ik meen dat er ook voorbereidingen worden getroffen in de Bredase situatie. Het geldt voor de oude categorie D, de fase-4-diënten. Wellicht dat juist dit project heel goed daarbij aansluiting zou kunnen vinden. De heer HAARHUIS De woorden van de heer Van der Hulst zijn mij uit het hart gegrepen. Dat is wat ik ook in tweede termijn nog wilde zeggen. Het betreft met name de kleine inrichtingen, de onderhoudsaspecten, die na de aanleg plaatsvinden, niet de grote technische werken. Ik snap ook wel dat er grote groepen ingenieurs en werkers het land door zullen trekken. Het gaat om die aspecten, die de heer Van der Hulst noemt: categorie D. We zitten nu in een betrekkelijk gunstig tijdgewricht en we weten niet hoe dit over een aantal jaren zal zijn, maar wellicht kunnen op een aantal andere aspecten werkgelegenheidsimpulsen heel goed daaruit komen. Ik sluit mij aan bij uw woorden. De heerCRUL Nog even over de twee punten die wij hebben ingebracht. Ik heb in de commissie gezegd dat de brieven die met mevrouw Netelenbos zijn gewisseld, voor ons openingen boden of er wel of niet van een bindende toezegging sprake was. Ik begrijp nu dat het niet bij die inpassingsovereenkomst hoort, omdat dat daarbuiten blijft, maar het is wel zo dat de ontbindende voorwaarde wat de shuttle betreft overeind blijft. Tenminste, daarop zou ik graag antwoord hebben. Voor wat betreft het boren van de tunnel en een eventueel positief saldo, het volgende. De wethouder haalt de algemene financiële positie erbij, er zijn inderdaad nog veel vragen over. Het is zo dat er veel overleg wordt gepleegd of het particuliere investeringen of wat dan ook moeten worden. Maar het zou kunnen zijn dat er een situatie ontstaat, waardoor er in het totale budget ruimte zou komen. En dan is mijn vraag: kan dat op tafel worden gelegd?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 73