25 FEBRUARI 1999
74
De heer BOER
Ik volg de wethouder niet helemaal voor wat betreft de shuttles, die nog moeten komen.
Het lijkt mij dat dat dan in het voorstel moet worden genoemd. Maar daarover wordt met
geen woord gerept. Wij vinden dat dit toch minstens ergens moet worden genoemd en
dat we nog eens uitgebreid over de shuttleverbinding en de aanpassing in verband
daarmee moeten praten. Het is niet zo dat wij akkoord zouden gaan, als die
shuttleverbindingen alsnog zou komen, want wij krijgen steeds meer de indruk, het Rijk
denkt vaak een stuk verder en zeker een stuk verder dan de gemeente, dat ze de dijk aan
het aanleggen zijn, zodat ooit als het water heel hoog komt en tot Breda gaat komen
omdat de polen afsmelten, die dijken effiënt zouden kunnen zijn. Tot nu toe vinden wij
het een ramp voor Westbrabant en zullen wij tegen blijven..
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Wat betreft de opmerkingen van de heer Haarhuis en de heer Van der Hulst, het
volgende. Daarmee zijn wij het helemaal eens en daarop zullen wij inzetten, wij zullen ons
daarvoor zo veel mogelijk inspannen. Terug naar het hele traject. Ik wil eraan herinneren
dat het nog niet zo lang geleden is dat er zware bezuinigingen op de afgesproken
bedragen hier naartoe kwamen. Dat hebben we in december kunnen rechttrekken, maar
ik begrijp dat het optimisme nu zo groot is dat we nu al zouden moeten gaan kijken, of er
nog meer kan worden gehaald. Dit gaat mij een beetje te ver. Ik denk dat wij heel goed in
de gaten moeten houden dat we de middelen, die ons zijn toegezegd, ook hier houden.
Mocht er ooit iets gebeuren dan zal er een herverdeling op zijn. Maar ik kan daarop niet
nu al inzetten. Want zo is dat niet en zo kijkt het college daar ook niet tegenaan. Wat
betreft de opmerking over de shuttle, die volgens de heer Boer in het voorstel zou moeten
worden genoemd, het volgende. Daarover hebben we lange discussies, u geeft haarfijn
aan dat deze niet op de daarbij behorende kaart staan. Dus daarin zijn wij klip en klaar.
Verder wil ik u zeggen dat ik duidelijk heb gezegd, dat de voorstellen voor ruimtegebruik,
ontwerp en inpassing nog door Rijkswaterstaat dienen te worden geleverd op het
shuttlegedeelte, dat ik u net heb beschreven, maar u weet ook dat het gedeelte al wel
beschreven staat in het bestemmingsplan HSL/A16. Dus naar ons idee is de informatie zeer
compleet.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van de Parel van het Zuiden, de SP en Breda
Vooruit geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
40. BESTEMMINGSPLAN "BREDA ZUID-OOST, PARTIËLE HERZIENING 1998/1,
VALKENIERSLAAN 263".
Akkoord.
41. KEUZE GEOPTIMALISEERDE KARNEMELKSTRAATVARIANT ALS CENTRALE OPENBAAR
VERVOERROUTE BINNENSTAD.
De heer VAN DER HULST
Dit is een onderwerp met een lange historie inmiddels. De CDA-fractie is in het verleden
tegen de doorsnijding van de Karnemelkstraat door de bus geweest. Daarvoor hadden wij
een aantal redenen. Ik zal ze nog even kort herhalen. Het ontbreken van een
maatschappelijk draagvlak, geen mogelijkheden op dat moment van een veilige
doorkruising van het gebied en het aantasten van de ontwikkelingsmogelijkheden, met
name van het zuidelijk deel van het winkelapparaat. Inmiddels is de situatie nogal
veranderd. Ten eerste is het maatschappelijk draagvlak toegenomen, zowel onder de
bewoners als onder de gebruikers en de winkeliers in het gebied. De
inpassingsmaatregelen zoals die zijn voorgesteld en de vergroting van de veiligheid
hebben ons vertrouwen. En daarnaast is ook het zuidelijk deel van de stad economisch in
een aanmerkelijk beter vaarwater terechtgekomen, ook de mogelijke ontwikkeling van
het Mols-terrein zou aan die economische voortvarendheid samen met de ontwikkeling
van het Chasséterrein bijdragen. Dus voor een verdeling van de stad in een welvarend