25 FEBRUARI 1999
83
tegen. Die motie is bijna eerder geschreven dan dat ik haar heb beantwoord in woorden.
Zo'n motie vind ik echt zonde. Ik acht u tot veel beter in staat. De heer Schroder zegt het
een en ander te hebben afgewogen en heeft een uitgebreid verhaal. Hij is absoluut iedere
keer voor het versterken van het openbaar vervoer. Nu komt er een punt, en dan bent u
tegen. Dat moeten wij dan maar aanhoren. Ik vind het weinig progressief in het geheel. Ik
vind het ook zonde omdat u altijd zegt dat u zo graag luistert. Het contact met de
bevolking is zeer intens geweest. Bij het Van Coothplein zei men heel duidelijk dat men
het anders wilde. Als raad, maar ook als binnenstad, hebben wij dat opgepakt en zijn wij
er met elkaar uit gekomen. Ik denk dat er geen grotere vorm is van naar elkaar luisteren
en met elkaar eruit komen. Als u dat nog niet genoeg vindt, dan zie ik het somber in. Dan
gaan wij elkaar niet begrijpen in wat luisteren is. Dit is een vorm van het intens naar
elkaar luisteren van voor- en tegenstanders. Maar goed, het zij zo. Wij hebben groot
respect voor de heer Verpaalen die zegt: mijn mening is zo, maar ik laat mij echt door de
ware achterban leiden. Keurig. De motie is wat ons betreft al weg.
TWEEDE TERMIJN
De heer BOER
Gezien het antwoord van de wethouder hebben wij behoefte aan een korte schorsing
voor overleg. Eén minuut.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer HAARHUIS
Ik heb nog een opmerking naar aanleiding van wat D66 heeft ingebracht in relatie tot de
Haven. Wij zien de schampvariant niet als een soort terugvalscenario. Wij zouden die
variant graag willen handhaven, zonder terugvalscenario.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Het is ook geen terugvalvariant.
De heer HAARHUIS
Dank u, mijnheer Van der Westerlaken.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Wij zien het in zijn totaliteit, in de totale oost-westflank.
De VOORZITTER
De wethouder
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, wij waren nog met de tweede termijn bezig.
De VOORZITTER
Mijnheer Boer, de tweede instantie was aangekondigd.
De heer BOER
Wij hadden toch een minuut?
De VOORZITTER
Ja, de raad drong erop aan dat ik vijf seconden na die minuut weer zou starten en dat heb
ik gedaan.