25 MAART 1999
94
uitgebreid besproken, zowel in de commissie ECG als in de commissie RO. De fractie van
D66 gaat akkoord dat in eerste instantie wordt uitgegaan van de ontwikkeling van een
evenementencomplex op de locatie Steenakker Noord. Dat geldt ook voor het volgende
agendapunt. Maar gelet op het feit dat wij dat punt apart behandelen, kom ik straks
daarop terug. Ten aanzien van de samenwerkingsovereenkomst moet nog het nodige
worden uitgewerkt. In de commissie heb ik daarover ook al gesproken. Op een aantal
punten wil ik nog terugkomen. Naast het feit dat u zelf al aangeeft dat een aantal
aspecten nog nader moet worden onderzocht, zoals bijvoorbeeld de verkeersafwikkeling
en de parkeercapaciteit, wil mijn fractie nadrukkelijk de aandacht vragen voor onder meer
het openbaar vervoer en het additioneel bestek. Ook vragen wij u een oplossing aan te
dragen voor bijvoorbeeld de carnavalsviering en het Jazzfestival.
De heer SCHRODER
Een stemverklaring voor beide agendapunten. Mijn fractie zal tegen beide voorstellen
stemmen, dus zowel tegen het evenementencomplex als de realisatie van het leisurepark.
Ten aanzien van het evenementencomplex het volgende. In zijn algemeenheid zijn wij
voorstander van een snelle ontwikkeling van het evenementencomplex. Het gegeven dat
het college zelf de beide projecten heeft gekoppeld, men wijst op synergie-effecten,
alsmede het feit dat het de totstandkoming van beide complexen als zodanig aan elkaar
breit, is voor ons aanleiding om ze gezamenlijk te behandelen, maar daarbij ook onze
twijfels uit te spreken. Twijfels, zowel over de ruimtelijke inpassing, als over de ontstane
situatie sinds de uitspraak van de rechtbank over de locatie Het Turfschip. Daarnaast is er
ook de ongerustheid die door het centrummanagement binnenstad is uitgesproken.
Kortom, er zijn voor ons te veel redenen om deze voorstellen op dit moment niet
enthousiast te kunnen omarmen. Wat ons betreft ontbreekt het aan een integrale visie
over de wenselijkheid van niet alleen een evenementencomplex, maar ook ten aanzien
van de vragen: wat willen wij daarmee, wat voor soort evenementen willen we, waar gaat
Breda zich op richten? Bij de totstandkoming van de Evenementennota is al gezegd dat
wij ons vooral richten op de markt. Die zal met evenementen moeten komen.
Beeldbepalende evenementen wil Breda natuurlijk graag behouden. Het afgelopen
driekwart jaar hebben we een leegloop van een aantal belangrijke evenementen gezien.
Voor twee hele belangrijke evenementen, het Jazzfestival en het Bredase carnaval, biedt
dit voorstel geen oplossing. Die zullen nog opnieuw moeten worden ingevuld. Zolang die
integrale visie zowel qua evenementen als qua leisurepark ontbreekt, kunnen wij hiermee
niet instemmen. Ten aanzien van het leisurepark, en ik noem dat nu maar meteen, dan
hoef ik daarover straks niet nog een keer een stemverklaring te geven, geldt voor ons dat
de consequenties nadelig zijn voor de leefbaarheid van de binnenstad, alsmede voor de
kwaliteit van de binnenstad. Een uitgaansleven daar roept toch grote vraagtekens op. Dit
zijn zorgen die, wat ons betreft, terecht zijn uitgesproken. Vanwege het ontbreken van
een visie zullen wij beide voorstellen niet steunen.
De heer KWISTHOUT
Ik sluit mij hierbij aan. Met betrekking tot het evenementencomplex wil ik er nog aan
toevoegen dat de SP in principe tegen een samenwerkingsovereenkomst is. Ervaringen uit
het verleden met Het Turfschip hebben geleerd dat de gemeente zelf verantwoordelijk
moet zijn en blijven voor de realisatie en exploitatie, zodat het beheer van een zo
belangrijke voorziening voor de stad en de burger onder een democratische controle blijft.
Ook wij stemmen tegen de beide agendapunten 45 en 46.
De heerVERPAALEN
Breda Vooruit zal tegen beide voorstellen stemmen. Ten aanzien van het
evenementencomplex het volgende. Dit is strijdig met het principe dat wij hebben
uitgesproken dat de grondexploitatie in feite neutraal zal moeten zijn. Door de grond
weg te geven wordt de grondexploitatie negatief. Wij zijn tegen het aangaan van een
overeenkomst met de beide complexen/parken, omdat het geen kerntaak van de
gemeente Breda is. Breda heeft hoogstens als rol grond te verkopen tegen goed geld, en
verder hebben wij daaraan geen boodschap. Het exploiteren is een zaak van de