25 MEI 2000
111
school gestalte krijgen. Met nadruk wil ik zeggen dat een langere schooldag op zich
perfect is, maar dat de VVD van mening is dat hieraan op vrijwillige basis moet worden
deelgenomen. Het feit dat verschillende denominaties gaan samenwerken juicht onze
fractie van harte toe.
De heer POSTHUMA
De Partij van de Arbeid herkent erg veel van haar opvattingen in de voorliggende notitie
met betrekking tot de Brede school. Ik kan derhalve nogal kort zijn. Ik heb twee punten. Ik
wil in de eerste plaats aansluiten bij datgene wat mevrouw Boidin heeft gezegd. Dank
voor de toch nog snelle toezending van de cijfers als specificatie van het bedrag dat is
genoemd voor begeleiding. Toch hebben we hierbij nog enige twijfel. Wij vragen ons af of
de uren die nu ter beschikking zijn per Brede school voor begeleiding op de locatie in de
praktijk voldoende zullen blijken te zijn. Wij hebben daarover sterke twijfels. Ik hoop dat
u in ieder geval in de commissie ons daarvan goed op de hoogte zult houden. Met
betrekking tot de hoogte van het bedrag het volgende. Het is een fiks bedrag. Ik ga ervan
uit dat het op dit ogenblik niet anders kan worden geregeld. Ik zou u toch in overweging
willen geven om eens heel goed te bestuderen of in de toekomst daarvoor wat andere en
voordeligere oplossingen zijn te vinden. Tot zover mijn opmerkingen bij het nagezonden
stuk. Mijn tweede opmerking is de volgende. In de commissie is ook aandacht besteed aan
de keuze van de pilots. Er zijn twee argumenten genoemd. In de eerste plaats de pro
actieve houding van de directie van basisschool De Vlier. In de tweede plaats het argument
dat de school in Geeren-Noord ligt binnen een gebied waar we ook bezig zijn met een
stedelijk vernieuwingsproject. Dat laatste argument kun je op precies dezelfde manier
hanteren met betrekking tot de wijk Heuvel. Ik wil er dan ook met klem bij het college op
aandringen om te zoeken naar middelen om zo snel mogelijk in Heuvel voor basisschool
De Keysersmolen, eventueel in combinatie met de locatie De Vlier aan de Doelen, een
Brede-schoolproject van de grond te tillen.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
In de commissie heeft Breda '97 al uitvoerig en positief gereageerd op het feit dat er met
name hier sprake zal zijn van een dubbelpilot, zowel in Kesteren als in Breda Noord-Oost.
Wij vinden dat een prima zaak. Het gegeven dat een Brede school vanuit een
wijkgedachte gestalte krijgt is daarvoor eigenlijk een onontkoombaar uitgangspunt. Wij
blijven het overigens, met de fractie van de Partij van de Arbeid, betreuren dat Heuvel nu
niet kan meedoen aan dit project. Er is daarvoor toch een aantal goede argumenten. Wij
willen graag de stelling aan, dat Heuvel ongetwijfeld nu nummer één is op de nieuwe
wachtlijst. Ik zou de bevestiging daarvan van de wethouder, als dat enigszins kan, toch wel
graag horen. In de commissie, en dat heb ik nog even teruggevonden in de notulen die
ons heel plezierig snel zijn toegestuurd, heeft de wethouder eigenlijk nog niet duidelijk
omschreven hoe hij de regierol van de gemeente invult. Ik zou daarop nog graag een
concreet antwoord horen in de eerste termijn. Met betrekking tot de financiën het
volgende. In de commissie hebben wij ons aangesloten bij de opmerkingen van mevrouw
Boidin, en dat doen wij nu weer. De cijfers, die wij hebben ontvangen, werpen weliswaar
enig licht op de zaak, maar zij nemen de problemen die er zijn in de verhouding tussen
het procesgeld en het activiteitengeld niet weg. Er is al niet zoveel uit te geven, en als een
groot gedeelte van dat geld nu ook nog naar de begeleidingsconstructie moet, dan blijft
er toch wel erg weinig geld over. Daarnaast zijn wij ons er allemaal van bewust dat het
gaat om een bijdrage uit het GSB-geld, zolang als dat er is. De vraag doet zich dus voor bij
een project als de Brede school, dat een langdurig project is: wordt er al nagedacht over
een eventuele financiële ruimte, die op de middellange termijn beschikbaar zal moeten
zijn? Je kunt over een paar jaar niet zeggen: nu zijn we goed bezig, maar helaas, het geld
is op. Nog een laatste opmerking. Wat gebeurt er als de ontwikkeling van het project op
enige termijn zal vragen om een nieuwe fysieke situatie? Ik geloof niet zo in efficiency op
dat punt, zeker niet in het begin. Ik kan me daar ook in Geeren-Noord van alles bij
voorstellen. Houdt het college daarmee al rekening, en dan name met het oog op de
stringente planningen ten aanzien van de onderwijshuisvesting? Ook daarop had ik in de
eerste termijn heel graag een reactie.