25 MEI 2000 116 gezet. Wij gaan ervan uit dat uit het bestedingsplan voor volgend jaar blijkt dat er sprake is van progressie. Ook van de verschillende spelers in het veld moet worden verwacht dat zij zich inzetten voor deze verbeterslag. In dat opzicht ligt er onder andere voor de Stichting SPRONG een schone taak. Wat betreft de vordering van dit beleid houdt mijn fractie de vinger aan de pols, hetgeen overigens niet wil zeggen dat wij geen vertrouwen in dit proces hebben. De heer POSTHUMA Het jaar 1998-1999 was voor het onderwijskansenbeleid een beleidsarm jaar. Wij hadden daarvoor begrip, want de verantwoordelijkheid voor dat beleid was toen net aan de gemeente overgedragen. Het jaar 1999-2000 is ook een beleidsarm jaar. Wij hebben daarvoor begrip, want in één jaar tijd nieuw beleid formuleren en implementeren is veel gevraagd. Het komend jaar zal vooral aandacht worden besteed aan gesprekken met een groot aantal partners over een accentverschuiving in het beleid, maar het is, wat betreft de uitvoering, weer een beleidsarm jaar. Wij hebben nog steeds begrip, maar wij worden tegelijkertijd toch een tikkeltje ongeduldig. Wij vinden dat het belang van een goed onderwijskansenbeleid rechtvaardigt dat er wat meer druk op de ketel wordt gezet en wordt gehouden. In de uitwerkingsnotitie wordt veelvuldig verwezen naar de rapportage minderheden van het Sociaal Cultureel Planbureau. Nu staat er in die rapportage een groot aantal behartigenswaardige zaken, maar ze zijn niet allemaal nieuw. We wisten al dat een Brede school niet in de eerste plaats een fraai gebouw is. We wisten ook al dat het bij onderwijsachterstand vooral draait om taal, taal en nog eens taal. En we wisten ook dat in dat verband de voor- en vroegschoolse periode van eminent belang is om een blijvende achterstand te voorkomen. Kortom, wat ons betreft had de beleidswijziging, waarover we nu spreken, er ook eerder mogen zijn. Niettemin, het is plezierig dat het Sociaal Cultureel Planbureau het maar weer eens heeft onderbouwd en opgeschreven, al is het maar voor dié mensen die nog niet overtuigd waren. Dat kan bijdragen aan het creëren van draagvlak voor de nu voorgestelde accentverschuiving in het beleid naar de voor- en de vroegschoolse periode en het realiseren van de sluitende aanpak voor kinderen van 0 tot 6 jaar. De Partij van de Arbeid ondersteunt dat voornemen van harte. De voorliggende notitie grijpt voor het overige terug op het Onderwijsachterstandenplan 1998-2002. Wij hebben die notitie toen onderschreven en wij vinden het ook niet nodig om daar nu weer op in te gaan. Ik heb één detailopmerking. Op pagina 9 schrijft u: omdat de consequenties van de beleidswijziging op dit moment nog moeilijk te overzien zijn, is er ook sprake van enige terughoudendheid bij de scholen en de instellingen. Dit benadrukt temeer de noodzaak van een zorgvuldige discussie en weloverwogen keuzes. Wij zijn het zondermeer daarmee eens, maar we willen daarnaast toch ook wel wijzen op de noodzaak van voortvarendheid en daadkracht, want we zouden toch graag zien dat de gemaakte beleidskeuzes ook inderdaad binnen deze raadsperiode worden geëffectueerd. De heerSCHELTENS Ook over dit onderwerp ontstaat een steeds bredere consensus, niet alleen hier in de raad, maar ook op landelijk niveau. Met de accentverschuiving naar de voorschoolse periode is GroenLinks het eens, evenals vele andere fracties. Wij zijn het er niet mee eens dat dit ten koste gaat of zou kunnen gaan van andere doelgroepen. Voor GroenLinks is de keuze duidelijk én én: én doorgaan met de bestaande doelgroepen en activiteiten én extra nieuwe aandacht voor de voorschoolse periode. Dat achterstanden al in de voorschoolse periode moeten worden bestreden, daarover zijn zo ongeveer alle deskundigen in de diverse onderzoeken, en naast alle deskundigen ook wij, het zo langzamerhand wel eens. Wij willen u dan ook met een duidelijke boodschap, een positieve grondhouding en desnoods met een toezegging voor de eventueel benodigde gelden naar het HOOG- overleg sturen. Wij willen graag een motie van die strekking indienen. Dat is dus geen motie van wantrouwen of van afkeuring, maar dat is een positief ondersteunende motie, die u, in onze ogen, klakkeloos zou kunnen overnemen, om duidelijk te maken hoe de Bredase raad, inclusief het college, denkt over dit onderwerp. Ik heb de motie onder tekend en reeds gekopieerd en die kan zo worden uitgedeeld. Het lijkt mij niet zo nuttig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 116