25 MEI 2000 127 plannen met betrekking tot deze nota tegemoet kunnen zien. Wij zijn hiernaar heel benieuwd en wij zullen de wethouder hieraan houden. De heer HAARHUIS Appelmoes is een kwetsbaar product. Als je dat heel lang in de koelkast laat staan, dan gaat het niet goed. Wat dat betreft sluit ik aan bij mevrouw Van Hasselt, die zegt: het werd tijd dat het eruit kwam. Mijn fractie deelt die mening. Het raamplan, dat is gemaakt na de inspraak, en de conceptnota illustreren dat het huidige beleid op een aantal punten niet voldoet. Nieuw beleid zal ook niet onmiddellijk alle knelpunten oplossen. De wethouder heeft dat in de commissie ook duidelijk toegelicht. Dat is niet uniek voor Breda. Alle grote steden kampen met de forse klus om een goed integratiebeleid tot stand te brengen. Achterstanden en uitval in het onderwijs zijn nog te hoog, stelt de nota, te veel allochtonen zijn te langdurig werkloos en het huidig beleid is nog te veel versnipperd. Het is niet voor niks dat de nota noodzakelijk was en er nu ook is. De variëteit en differentiatie in allochtone groeperingen zijn van dien aard, dat niet meer kan worden volstaan met een doelgroepenbeleid. Ook dat ondersteunen wij. Het streven naar een integraal beleid wordt door mijn fractie van harte toegejuicht. Vooral de keuze om dit te doen door niet óver maar vooral mét mensen uit de betreffende groepen samen te werken en te praten wordt van harte ondersteund. Uiteraard kun je vragen om eerst verdergaande plannen te maken en pas dan de volgende stap te zetten. Wij geloven in deze opzet, waarbij juist de doelgroepen worden ingeschakeld om op grond van gemaakte actieprogramma's tot een uitwerking te komen. De uitgangspunten voor het nieuwe beleid zijn duidelijk. Mijn fractie kan zich hierin goed herkennen. Door de fractie van de VVD is zojuist ook gezegd: erkenning van gelijkwaardigheid, participatie van iedereen aan de multiculturele samenleving, respect voor elkaar en voor eikaars cultuur zijn uitgangspunten voor tolerantie. Dat proces kent dus nadrukkelijk twee kanten en verlangt van alle betrokkenen in een multiculturele samenleving deelname aan de uitwerking van concrete beleidsmaatregelen. De aanstelling van de procesmanager integratiebeleid vinden wij een goede zaak. Wij gaan ervan uit dat, daar waar nodig, want het is een zwaar en een moeilijk proces, de dienst alle steun aan haar zal verlenen om dit proces tot een goed einde te kunnen brengen. De resultaten van de zes werkgroepen in de sfeer van concrete plannen zien wij met vertrouwen tegemoet. Wij hopen dat u ook daar de nodige vaart in kunt houden en dat de dienst in staat is ons op de hoogte te houden door ons af en toe een bulletin te doen toekomen over de vorderingen of het eventueel ontstaan van knelpunten die tot ernstige vertraging leiden. De heer SCHRODER De heer Haarhuis geeft blijk van een beperkte culinaire visie. Hij weet alles van appelmoes, maar weinig van couscous. Couscous begint als droge gierst en die kun je jarenlang in de kast hebben staan. Als je er niets mee doet, dan blijft die smakeloos. Dat is ook een beetje het geval met de nota die voor ons ligt. De nota die eind 1998 in concept aan de raad en aan de doelgroepen is gepresenteerd, is een perfecte nota. Maar vervolgens is die de kast ingegaan en een eigen leven gaan leiden, zonder dat daarop echt een bewerking heeft plaatsgevonden die op dit moment tot een smakelijk gerecht heeft kunnen leiden. De heer HAARHUIS Bij interruptie. Voor alle producten is het op een gegeven moment nodig dat ze, als ze rijp zijn, uit de kast worden gehaald. Het werd onderhand tijd dat dit gebeurde, en we zien het nu ook op tafel liggen. De heer SCHRODER Het ligt nu inderdaad als een nota op tafel. In de commissie heb ik namens mijn fractie waardering uitgesproken voor het enthousiasme in de nota en ook voor de inhoudelijke visie in de nota. Maar we kunnen er niet aan voorbijgaan dat ongeveer twee maanden geleden in de Tweede Kamer uitgebreid is gedebatteerd tussen de fractievoorzitters van de grote partijen over het integratiebeleid. Wat daarbij opviel was allereerst de wat ruzie achtige sfeer, die daar ontstond en ten tweede dat men er onderling politiek niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 127