25 MEI 2000 137 niet te beperken tot het IMK. In antwoord op de vraag van het CDA het volgende. Dit is niet naar aanleiding van het beleidsverslag, maar dit zou een toekomstbeeld kunnen zijn voor de gemeente Breda. Ik hoop dat ik hiermee uw vraag voldoende heb beantwoord. Wethouder HEERKENS In de richting van de SP-fractie wil ik met betrekking tot de betaalbaarheid van de voorzieningen als volgt reageren. Ik vind dit een aardige opmerking van de kant van de SP-fractie. Ik denk echter dat het goed is om te stellen dat we gewoon een breed gedragen armoedebeleid hebben. We hebben onlangs daarvoor weer 2 miljoen extra uitgetrokken, juist om ook voor de mensen die langdurig van een minimuminkomen moeten leven toch aanvullende voorzieningen te kunnen treffen. Als die situatie in de toekomst mogelijk onder druk komt te staan, dan leggen wij dat aan uw raad voor en dan maakt u weer een keuze. Maar voorlopig gaan we ervan uit, en we hebben dat ook bekeken, dat de budgetten, die daarvoor zijn, zo goed mogelijk voor die groepen worden gebruikt. Je berekent dan gewoon het te verwachten aantal uitkeringsgerechtigden en het te verwachten aantal mensen dat langdurig in die situatie zit. Wat dit beleidsterrein betreft proberen we in ieder geval dat geld zo goed mogelijk te besteden en zo weinig mogelijk daarvan over te houden. De heer KWISTHOUT Bij interruptie. Ik wil dit punt nog graag even toelichten. Met mijn vraag doelde ik vooral op het volgende. Het gaat nu relatief goed met de economie. We hoeven relatief niet zo heel veel uit te geven. Wat gaat er gebeuren als mocht blijken dat veel meer mensen aanspraak moeten doen op die voorzieningen? Staan die voorzieningen dan onder druk? Dat bedoelde ik met de betaalbaarheid daarvan. Wethouder HEERKENS Het gaat relatief goed met de economie, maar aan de andere kant hebben wij besloten om verhoudingsgewijs juist wel meer uit te gaan geven. U zegt: we hoeven minder uit te geven. Maar wij hebben gezegd: we gaan ons armoedebeleid versterken met 2 miljoen extra. We zijn dus niet minder gaan uitgegeven, we zijn meer gaan uitgeven. Wij hebben bijvoorbeeld de Bredapas versterkt. Als meer mensen daarvan gebruik gaan maken, dan wordt de spoeling iets dunner. Voor de toekomst kunnen we dan weer bekijken of het nog voldoende is. Dat kun je niet voorspellen. Ook het Rijk zal dan weer moeten reageren. Voorlopig constateren we dat voor de groep die nu hardnekkig van een minimuminkomen moet leven zo veel maatregelen zijn getroffen dat we nu kunnen spreken van een heel stevig armoedebeleid. Uw opmerking met betrekking tot het feit dat de 500,-- regeling in die zin verwarrend kan werken dat mensen, zo interpreteer ik het althans, wellicht denken dat ze geen recht hebben op aanvullende bijzondere bijstand, wil ik nadrukkelijk nog even bekijken. Er wordt heel veel voorlichting gegeven en er komen ook weer aparte voorlichtingsacties. Maar ik neem uw opmerking in ieder geval mee, want het is niet de bedoeling dat mensen daarom denken dat ze niet in een aantal gevallen recht zouden hebben op aanvullende bijzondere bijstand. Wat het Hoogheemraadschap betreft zeg ik u dat wij daarmee bezig blijven. Onlangs hebben we daaraan weer aandacht besteed. Dat is ook in de commissie gemeld. In de richting van de heer Leunisse wil ik zeggen: had de kans niet voorbij laten gaan. U heeft blijkbaar een geweldig artikel voor u liggen waar u uit voorleest. Het was beter geweest dat u dat in de commissie had ingebracht, omdat dat de plaats is om over dit soort zaken zeer gedetailleerd met elkaar te discussiëren. Ik neem het nu voor kennisgeving aan. In ieder geval is daar gemeld dat we het beleid wat betreft de startende ondernemers voortzetten en dat we zo goed mogelijk proberen om daaraan begeleiding te geven. Ik heb begrepen dat u allerlei nieuwe dingen ziet. Ik betreur het toch dat u in de commissie deze kans voorbij heeft laten gaan. TWEEDE TERMIJN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 137