25 MEI 2000 138 De heer LEUNISSE Ik wil graag even in de richting van de wethouder reageren. Natuurlijk heeft zij gelijk, maar er is ook nog zoiets als een voortschrijdend inzicht. Je weet niet alles op het tijdstip en de plaats waar het dan moet zijn. Maar gelukkig is het ons nog tijdig toegekomen. Ik heb het voorgelezen. Maar ik stel het u ook graag beschikbaar. Wij hebben ervoor gezorgd dat er voldoende exemplaren zijn voor alle leden van de raad. Het is een stukje toekomst dat bijzonder belangrijk is voor Breda. Wij vragen daarvoor graag uw aandacht. De heer HAARHUIS Wij nemen hierover nu een besluit. In dat kader is het misschien mogelijk dat de heer Leunisse in staat is om in twee korte zinnen kernachtig zijn betoog samen te vatten, dat mij in de veelheid van woorden enigszins ontging. Dan kunnen wij dat betrekken bij de discussie. Het uitdelen van dat enorm lange stuk heeft voor mij weinig waarde naar de toekomst. De heer LEUNISSE Ik wil er nog wel kort op ingaan. Dit betreft niet het beleidsverslag Algemene bijstandswet 1999, maar het is een nieuw artikel dat ingaat op 1 april 2000. Het is een stukje toekomstvisie dat we graag willen toevoegen. Wij zijn het natuurlijk hartstikke eens met het beleidsverslag Algemene bijstandswet 1999 en we weten ook dat de gemeente met handen en voeten gebonden was aan het feit om niet buiten het IMK te werken. Vandaar dat wij het ook eens zijn met dit beleidsverslag. Maar dit is een stukje visie naar de toekomst toe. Akkoord 90. AUDIT "DOELTREFFENDHEID VAN WERKGELEGENHEIDSPROJECTEN". De heer DUBBELMAN Als ik het goed heb is dit de vierde audit die we sinds 1997 met elkaar behandelen. Het is dus geen dagelijkse kost. Daarom is het ook goed om, gezien de aard van deze audit, nog een enkele opmerking daarover te maken. Ik constateer wel dat het rapport van K V dateert van 3 maart 1999 en dat het nu eind mei 2000 is. Dat is langer dan een olifantendracht. Het is jammer dat dat nogal lang heeft geduurd. Maar we hebben daarvoor in die zin wel begrip dat de verkiezingen ertussen zaten en dat men zich weer moest inwerken. Je kunt dan beter een voldragen dracht hebben die even tijd nodig heeft gehad, dan een tussendoortje. Dat zal de De heer HAARHUIS Bij interruptie. Ik hoop dat dit jong net zo indrukwekkend is als bij een olifant. De heer DUBBELMAN In zekere zin toch wel. Dat zal de wethouder met me eens zijn. Wij zijn bijzonder blij met datgene wat er ligt, vooral omdat in het preadvies heel duidelijk wordt gesproken over het ontwikkelen van een heel concreet toetsingsinstrument, waarmee men de effectiviteit en de efficiency kan meten. Dat zal geen gemakkelijke opgave zijn, maar gelukkig is er geen sprake van vrijblijvendheid. In het preadvies wordt ook al gepreludeerd: wat doen we met deze vier audits, met het instrument audit? Het is heel goed dat de rekenings commissie daarover met de benen op tafel gaat praten. Ik wil wel op voorhand namens de fractie zeggen dat wij willen meedenken aan het ontwikkelen van een rekenkamerfunctie, maar dat dat iets anders is dan het eventueel akkoord gaan met de instelling van een onafhankelijke gemeentelijke rekenkamer volgens het model Rotterdam, waarbij er als het ware een onafhankelijk directeur is, die zelfs in zekere zin ook nog onafhankelijk en los van de gemeenteraad opereert. Ten aanzien van de rekeningscommissie nieuwe stijl willen wij toch, denk ik, een lijntje leggen naar de raad. Maar die discussie zullen wij binnenkort wel gaan voeren. Op voorhand merk ik op dat wij die discussie ingaan met een positieve grondhouding ten aanzien van het fenomeen audit, maar dat we toch het goede

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 138