25 MEI 2000 147 De heer DE ROOS Na behandeling in de commissie ECG hebben we dit raadsvoorstel mee teruggenomen voor beraad in de fractie. We hebben al naar voren gebracht dat we van mening zijn dat deze nota een vrij behoorlijke uitbreidingsambitie uitstraalt en dat is een positief aspect. Wat ons betreft bestaat de ambitie eruit om de ruimte op bestaande bedrijventerreinen beter te benutten. Dat is punt 1 van het stappenplan dat, wat de prioriteiten betreft, in dit actieprogramma is opgenomen. Anderzijds, en voor ons is dat heel zwaarwegend, brengen we het belang van de grens aan de groei toch weer naar voren. Wij zijn van mening dat ook in dit soort nota's de grens aan de groei helder moet worden aangegeven. Aan die problematiek is in deze nota geen aandacht besteed. Om die reden zijn wij van mening dat we dit raadsvoorstel niet kunnen steunen. De heer VAN YPEREN Het actieprogramma 2000-2005 schetst de behoefte aan economische activiteiten rond Breda. Het is belangrijk voor de werkgelegenheid van de stad dat het kijkt naar de toekomst, en dat de zorgstad Breda in de nabije toekomst mogelijkheden heeft aan bedrijven die ruimte te kunnen bieden die noodzakelijk is. We zullen die bedrijven terreinen en kantoorlocaties die nodig zijn tijdig moeten ontwikkelen. Dit actiepro gramma geeft die mogelijkheden duidelijk aan. Toch vindt Breda '97 dat Breda zorgvuldig moet omgaan met die ruimte. Wij vinden dat we bij een nieuwe vestiging van bedrijven en kantoren selectief moeten zijn. Intensiever grondgebruik en gebruik door bedrijven die voor uitbreiding van de werkgelegenheid zorgen heeft onze voorkeur. Industriegrond moet niet worden verkocht aan beleggers die veemactiviteiten in hun panden binnenhalen. Wij kunnen instemmen met dit actieprogramma, met die kanttekening dat we de taak om te zorgen voor werkgelegenheid primair stellen. Er dient dus een zeer bewust vestigingsbeleid te worden gevoerd en aan investeerders moeten eisen worden gesteld. Het bureau Nijver, de heer Taks heeft er al op gewezen en wij hebben het deze week ook in BN/DeStem kunnen lezen, bevestigt dat ook in zijn landelijk onderzoek. Werkgelegenheid moet namelijk de maatstaf zijn bij vestigingsplannen. En Breda doet het wat dat betreft landelijk niet zo geweldig. 2% groei per jaar is minimaal, volgens bureau Nijver. Conclusie: een actieprogramma is prima, maar de vraag blijft: is een vestigings beleid dat selectief omgaat met de werkgelegenheid mogelijk bij de uitgifte van industrie- grond? De VOORZITTER Ik denk dat ik kort kan zijn, want ik beschouw de bijdragen van de heer Taks en de heer De Roos als een stemverklaring. In de richting van de heer Van Yperen kan ik melden dat de NV BRIM momenteel bezig is om met name rondom het uitgiftebeleid de criteria te herijken. Overigens is het al langer gebruikelijk, om dat misverstand weg te nemen, om bedrijventerreinen niet aan beleggers te verkopen. Dat is al enige tijd het beleid binnen de NV BRIM. Dat wil dus zeggen: verkoop aan bedrijven die zich concreet vestigen.. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 93. BEELD KWALITEITSPLAN HOOGEIND II. De heer DE ROOS Een korte stemverklaring. Wij vinden, en dat komt eigenlijk voort uit het positieve aspect dat wij zagen in de vorige nota, maar dat uiteindelijk niet tot onze instemming leidde, dat het van wezenlijk belang is dat er intensiever gebruik plaatsvindt van ruimte. Je kunt van alles zeggen van dit beeldkwaliteitsplan, maar niet dat er sprake is van een intensief ruimtegebruik. De gemeente heeft klaarblijkelijk toch haar oren laten hangen naar de projectontwikkelaar, in dit geval de CRA, die zo slim was om te profiteren van een fout van de gemeente en op die manier daar grond kon verwerven. Wij zijn van mening dat het ruimtegebruik, zoals is voorgesteld bij Hoogeind II, absoluut niet op die manier zou moeten plaatsvinden. Wij stemmen tegen dit raadsvoorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 147