25 MEI 2000
149
moest door een vervelende persoonlijke omstandigheid op het allerlaatste moment
verstek laten gaan. Het is niet de eerste keer dat de differentiatie van de afvalstoffen
heffing aan de orde is. Ik kan u melden dat de SP-fractie om verschillende redenen
daarvan geen voorstander is. Differentiatie naar gewicht, waarover we het nu niet
hebben, is al eerder besproken en was voor ons absoluut geen optie, maar ook deze vorm
van differentiatie is dat niet. Allereerst vinden wij dat de grens vrij arbitrair is getrokken,
maar aan de andere kant, en dat is voor ons nog veel belangrijker, wordt op deze manier
het fundament onder het ophalen van het afval, hetgeen wij zien als een gemeen
schapstaak, weggeslagen. Als je het ophalen van het afval ziet als een gemeenschapstaak,
dan worden de kosten gedekt via de belastinggelden. Óf het gaat via de belastinggelden
en het is een gemeenschapstaak, óf, en nu trek ik de liberale lijn even door, het is geen
gemeenschapstaak, maar dan moet ik wel de keuze hebben om mijn afval ergens anders
aan te bieden in plaats van bij de gemeente, want misschien dat het ergens anders voor
400,- per jaar kan. Uiteraard heeft dat niet onze voorkeur. Maar wij vinden dat je niet
op deze manier moet gaan differentiëren. Wij hebben daarvoor wel een alternatief. Onze
mening is dat je van de afvalstoffenheffing in ieder geval een deel van het rioolrecht moet
afschaffen en onder het OZB-regiem moet brengen. Zo heb je ook een vorm van
differentiatie. Zo differentieer je redelijkerwijs naar mate van inkomen, in ieder geval naar
mate van de waarde van je huis. Omdat wij het hier hebben over tariefdifferentiatie
afvalstoffenheffing, heb ik het idee dat dit onderwerp hier wel aan de orde is, want ik
bespreek een alternatief voor de tariefdifferentiatie afvalstoffenheffing. Dit is ons
alternatief. Wij zullen dit voorstel niet ondersteunen.
De heer LEUNISSE
Laat duidelijk zijn dat de Parel van het Zuiden ver voor 1997 dit onderwerp al aan de orde
heeft gesteld en jaren daarover bezig is geweest. Eindelijk is dit punt na veel wikken en
wegen binnengehaald. Wij danken de wethouder wederom dat hij met dit voorstel is
gekomen.
Wethouder OOMEN
In de richting van mevrouw Dunselman, waar zij praat over de keuze, het volgende. Ik ga
er nog steeds van uit dat die keuze er is. Naar aanleiding van datgene wat de heer
Schreiner zei over het artikel in BN/DeStem het volgende. Hoewel de artikelen in
BN/DeStem voor 99% kloppen, kan ik mij in bestuurlijk opzicht daarop niet verlaten. Er
werd daarin ook gesproken over een extra belastingheffing. Die geldt niet alleen voor
Breda. Die voert het Rijk in op het storten van afval, om daarmee te bewerkstelligen dat
de afvalberg daardoor kleiner wordt. Dat is de doelstelling die erachter zit. Met
betrekking tot het scheiden van het gft- en het overig afval zeg ik u dat wij er nog steeds
alles aan doen om te proberen dat te verbeteren. U weet dat er gemeentes zijn die
daarmee stoppen, zij hebben de moed opgegeven. Denk bijvoorbeeld aan Groningen. Wij
doen dat niet, wij gaan daarmee door. De ervaringen die we tot nu toe hebben zijn in
ieder geval niet slechter dan de resultaten die ik van andere gemeentes heb vernomen.
Met betrekking tot het tarief, en dan kijk even in de richting van de heer Kwisthout, het
volgende. Ik ken de opvattingen van uw partij met betrekking tot tariefdifferentiatie,
maar het gaat hier om een meerderheid van de raad, die het college heeft verzocht om
een eerste stap te zetten op dit traject. Die ligt nu aan u voor en die beoogt twee
doelstellingen. Ten eerste, een rechtvaardige verdeling, althans, een poging daarmee een
begin te maken en ten tweede, te proberen de afvalberg terug te dringen. Dit voorstel
legt het college aan u voor, en ik heb begrepen dat de meerderheid van uw raad zich
daarin kan vinden.
TWEEDE TERMIJN
De heer SCHREINER
De 30,- waarover ik heb gesproken, is een uitspraak van de directeur van de dienst naar
de verslaggever van BN/DeStem. Graag wil ik de volgende keer in de commissie
Stadsbeheer met de wethouder daarover discussiëren.