25 MEI 2000
154
moet. Zo zie ik een Milieueffectrapportage niet. Ik zie die niet als een verplichting, maar
als een hulpmiddel om een verstandig besluit te nemen, omdat je dan allerlei dingen kunt
onderzoeken die van invloed kunnen zijn. Je kunt met een Milieueffectrapportage ook
kijken naar de effecten op eventuele toekomstige ontwikkelingen. Wat voor effect heeft
de evenementenhal op het milieu en wat kan er later bij allerlei ontwikkelingen nog gaan
plaatsvinden? Je kunt dan ook gaan anticiperen op allerlei zaken, zoals bijvoorbeeld een
Champions League voetbal van NAC. Maar dat is wel heel erg vooruit denken.
De heer LEUNISSE
De meeste argumenten zijn al naar voren gebracht, en wij sluiten ons daarbij volledig aan.
Ook onze voorkeur gaat uit naar een Merrapportage. Als die is gepasseerd, kunnen we
een goed oordeel geven van wat ons te doen staat ten aanzien van de besluitvorming.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Het is niet altijd makkelijk, maar dat moet, denk ik, ook niet. De heer De Werd zegt: het is
moedig om de knoop door te hakken en praktisch om geen Mer te doen wanneer je die
niet nodig hebt. Die is dan ook overbodig. Daarna zegt hij de wijze woorden: let wel,
misschien moet je altijd blijven letten op een verkeerstoename en kijken hoe het is als er
evenementen bij elkaar komen. We hebben gezegd dat we daarnaar zullen kijken. We
hebben ook voor een goede verkeersafwikkeling gekozen. De heer De Roos zegt: het is
jammer dat er geen Mer nodig is, ik had graag een Mer gehad. De heer Van Yperen zegt:
haast, wat slecht; haast, dus geen Mer, en ik had er zo op gehoopt. Dan komt de SP, die
neemt een stelling in en de Parel van het Zuiden sluit zich aan en zegt ook: wat jammer,
geen Mer. Alsof een Mer een leuk spelletje is. Maar waar ging het ook weer over? Er was
bestuurlijk en politiek toch geen enkele belemmering om een evenementenhal neer te
zetten? Daar ging het toch om? Wordt het nu verstoppertje spelen, omdat je het ineens zo
ontzettend leuk vindt om een Mer te hebben op het moment dat je die niet nodig hebt?
Dan weet ik ook niet wat er gebeurt. Voorts wordt er gezegd: er lag al een Mer, maar die
heb ik niet gezien. Neen, dat klopt, hij was er. Vervolgens wordt er gezegd: we kregen
slechts een dun boekje. Dat was nota bene aardig bedoeld, en de rest lag ter visie. Dat is
zuur. Maar dat gebeurt wel vaker. Het college kiest ervoor om met voortvarendheid in te
spelen op datgene wat van ons wordt verlangd, in dit geval om zo snel mogelijk een
evenementhal te realiseren. Of dat in de toekomst wel of niet gepaard gaat met een
leisurepark ernaast, is afhankelijk van hoe we verder gaan en hoe de markt daarop
inspeelt. Als we dat nog willen, dan doen we de Mer wel, en dan ligt er ook een andere
procedure onder. Degene die daarna komt weet ook dat hij een langer traject aflegt. Dat
is met elkaar overlegd, dat is de stand van zaken. In feite gaat het vanavond om het
volgende: als we de aanmeldingsnotitie zorgvuldig volgen, dan is er geen sprake van
onzorgvuldigheid, hoe je het ook wendt of keert. Maar waarom bent u niet gewoon
eerlijk en zegt u: ik wil me nog niet branden aan een evenementenhal. Nu verzint u er een
Mer bij, die niet nodig is, ook wettelijk niet. U zou die er nu als extraatje bij willen doen.
Alsof u dat anders ook altijd doet. Eigenlijk zijn het stemverklaringen. Er is mij niets
gevraagd. Maar ik denk toch dat het goed is om op zo'n manier te reageren. Want een
hele avond een schimmenspelen spelen is ook niet reëel en absoluut niet eerlijk. Ik vraag
me af, als u tegen bent, of u de bevolking van Breda ermee van dienst bent als u zegt: wij
doen voorlopig geen evenementhal, in afwachting van een Mer, want in het kader van
eventuele toekomstige ontwikkelingen zou het heel interessant zijn geweest als we die
Mer erbij hadden gehad, ook al is die nu niet nodig. Dit is een stemverklaring van mijn
kant. Wat de motie betreft denk ik niet dat die is aan te raden.
TWEEDE TERMIJN
De heer DE ROOS
De wethouder zegt tegenwoordig heel vaak dat er zo zuur wordt gereageerd op
raadsvoorstellen. Ik denk dat er door deze wethouder veel te weinig recht wordt gedaan
aan inhoudelijke kritiek op een aantal punten. Als we het hebben over een Mer, dan
begrijp ik de wethouder wel. Zij vindt het uitvoeren van een Mer een lastige kwestie. Het