30 MEI 2000 161 De VOORZITTER Dat hoeft niet. Maar gaat u verder. De heer ADANK Neen, maar ik kon de collega niet vinden die die floppies snel kon kopiëren. Met onze collega's trekken we de lijnen van het coalitieprogramma in ieder geval stevig door, dat moge duidelijk zijn, en dit is wat ons betreft ook absoluut de bedoeling. Slordig is dat we bijna een jaar op de evaluatie van het collegewerkprogramma hebben moeten wachten. Op de valreep heeft het college nog aan de herhaalde toezegging, waarvoor overigens onze dank, voldaan. Vraagtekens hebben wij bij het politieke debat. Na de ervaring van de laatste raadsvergadering vorige week donderdag, waarin twee commissies bijna woordelijk werden overgedaan, hetgeen niet tot enige beleidsverschuiving leidde, hebben wij niet zo veel hoop op een fundamenteel andere koers van onze toch wat traditionele vergadercultuur. Wij betwijfelen dan ook of wij bij ongewijzigd beleid stappen in de richting van de burgers kunnen zetten. Ervaringen bij inspraak, informatie- en consultatieavonden, met name de laatste maanden, waarin op zichzelf prima concrete projecten, ik verwijs bijvoorbeeld naar de Maczekstraat, door presentaties, onwetendheid bij de Bredase burgers en elementaire communicatietechnieken tot ons inziens onverantwoord uitstel hebben geleid. Wanneer kan de raad een evaluatie, bijvoorbeeld van klankbordgroepen, tegemoet zien? Vindt het college ook net als zij zo'n bijstelling noodzakelijk? De CDA-fractie wil met de bestuurlijke vernieuwing niet wachten tot de voorstellen van Elzinga, maar zelf het initiatief nemen voor een raadsdiscussie. Blijven bijvoorbeeld de raadscommissies de ijkpunten waar zoals nu het politieke debat plaatsvindt, of is er bereidheid de monotone raadsvergaderingen een andere vorm en een andere inhoud te geven? Kunnen we commissievergaderingen niet beter clusteren, en waarom zijn er nog steeds geen plenaire raadsdebatten over belangrijke onderwerpen, maar dan aan de bovenkant van de besluitvormingstrechter? Ik denk daarbij aan raadsdebatten op basis van de meest actuele informatie van grote projecten of maatschappelijke onderwerpen, waarbij politieke standpunten duidelijker kunnen maken of het college de opdrachten van de volksvertegenwoordiging in de gewenste richting stuurt; in die debatten zouden bijvoorbeeld burgers of deskundigen kunnen interrumperen. Mijn fractie vraagt daartoe overleg met de andere fracties en het college. Een enkele opmerking over de kaders van het financiële gebouw. De Kadernota voegt 16,8 miljoen toe aan investeringen uit het Stadsgewest, stortplaats Zevenbergen en Moerdijk. Vrijval van middelen mag ons inziens niet al te automatisch leiden tot extra investeringsimpulsen, waar vele projecten blijkens de Jaarrekening nog op uitvoering wachten. Is een en ander niet in tegenspraak met de eerder gevoerde discussie over de vrijval afval reserve van het Stadsgewest? Een meer substantiële teruggave aan burgers zou in de toekomst overwogen kunnen worden. Denkt het college met ons in die richting mee? Verder hechten wij waarde aan de toezegging om in geval de stortplaats Zevenbergen meer opbrengt dan 6 miljoen dit rechtstreeks te reserveren voor bodemsanering. Wij vragen het college om de behoefte aan middelen van bodemsanering nog eens goed op een rij te zetten en bij de voorbereiding van de begroting zo nodig al middelen te reserveren. Het toenemend aantal ambtenaren blijft voor mijn fractie een zorg. Onze burgers verwachten een in capaciteit beperkte, duidelijke en slagvaardige overheid. Bij de nu in gang gezette audit over uitbesteding zullen we nadrukkelijk bekijken of er aanleiding is tot privatisering. Onze dringende vraag tot afslanking zullen we toetsen aan het sociaal verslag, het jaarverslag en de resultaten van de audit. Wij vragen maximale openheid in risicoanalyse op het terrein van onroerend goed en weg-, lucht- en waterverkeer in onze gemeente. De Provincie zal wat ons betreft moeten komen met eenzelfde aanbod maar dan in wat meer regionaal verband. Dat gemeenten dit niet zelf moeten uitvoeren is voor ons een open deur. Gespecialiseerde IT-bedrijven hebben de juiste instrumentaria om door een goede gemeentelijke input duidelijkheid te verschaffen over gevaren voor calamiteiten. De discussie over de sloop van de Heilig-Hartkerk toont aan dat de gemeentelijke instrumenten om dit soort beeldbepalende gebouwen die geen monumentenstatus hebben, te behouden, echt ontoereikend zijn. Onze fractie vindt dit zorgelijk, want primair zijn de eigenaren maatschappelijk verantwoordelijk en als ze die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 161