30 MEI 2000
163
meerdere microfoons aan staan. Ik stel voor het college zelf op de vraag van de CDA-
fractie te laten antwoorden. Mijnheer Kwisthout, u wilde interrumperen.
De heer KWISTHOUT
Ik hoor graag van de heer Adank wat volgens hem het verband is tussen het vallen van de
Muur in het Oostblok en het heropenen van de Haven.
De heer ADANK
De heer Kwisthout zegt, en ik citeer zijn antwoord aan het college: "Daar hoort een
vervanging van de huidige parlementaire democratie bij. Wij conformeren ons niet aan de
grenzen van dit economische en politieke systeem en beschouwen ons dan ook niet als
deelnemend aan het gemeentebestuur." Dat verklaart onder andere het weglopen uit de
gemeenteraad. In die zin denk ik dat het niet correct is om de burgers op een redelijk
insinuerende wijze over een voorstel dat voorbereid wordt met de open haven en het
water in de stad een idee-fixe te geven, op basis waarvan een heel verkeerd beeld bij de
burgers ontstaat. Dat ontneemt het college eigenlijk de kans om een realistisch verhaal op
tafel te leggen en de raad als volksvertegenwoordiging daarover te laten discussiëren.
Realistisch vinden wij wel het Spoorzoneproject. De CDA-fractie is absoluut enthousiast. Na
de vele contacten van afgelopen vrijdag denk ik dat de inhoudelijke discussie op
hoofdlijnen tot versnelling in het hele proces zal leiden. Wat dat water betreft verwondert
het ons dat bijvoorbeeld over het water in de VINEX, als ik kijk naar de samenhang tussen
Nieuw Wolfslaar en de Bavelsche Leij en de ontwikkelingsvisie stadsas Claudius
Prinsenlaan, waarover overigens zeker nog een pittige discussie zal volgen, geen
raadsbesluit ligt, dus in die zin vraag ik het college om een wat concretere visie daarop.
Ook over de actuele stand van zaken rond VINEX Noordoost/Teteringen zijn we in het
ongewisse, inclusief de realiteitswaarde van de watermachine en de taakstelling van het
contingent. Het is de CDA-fractie opgevallen dat weer 3 miljoen in het
Volkshuisvestingsfonds wordt gestort. We hebben onlangs ook in de raad daarover
gesproken. Onder verwijzing naar de Kadernota 2000 waarin deze storting afhankelijk
wordt gesteld van de evaluatie, kan de CDA-fractie akkoord gaan, op voorwaarde dat in
de nabije toekomst meer op grond van behoefte wordt gebouwd, blijkend uit gedegen
onderzoek. Veel wordt in onze stad gezet op economie en infrastructuur. Wij vragen van
het college een evenwichtige benadering en uitwerking in relatie tot de arbeidsmarkt,
onderwijs en sociaal maatschappelijke zorg. Met name op het terrein van zorg en
aandacht voor degenen die van de economische groei niet of nog niet de vruchten
plukken, zitten we nog met een flinke inhaalslag en met knelpunten die in de Kadernota
tijdelijk worden afgedekt. De wethouder Sociale Zaken kan wat dat betreft de CDA-fractie
op haar weg vinden en een stevige steun in de rug is zeker in de richting van het
jongerenbeleid en het daarvoor benodigde locatiebeleid op zijn plek. Heeft het college
het voornemen om de drie grote welzijnsinstellingen onder één dak te brengen en wat
het product betreft meer op de output en de vraagkant te gaan zitten? Zorg hebben we in
ieder geval over het misplaatste optimisme bij het Kabinet over de WVG, terwijl meer dan
zeventig procent van de gemeenten een tekort heeft. Als er structureel te weinig geld
blijft, dan kunnen gemeenten niet anders dan hun zorgplicht uithollen, waardoor mensen
waar het hier om gaat, de gehandicapten, in de kou staan, en dat is niet de bedoeling van
het college in casu de wethouder Sociale Zaken. Hoe denkt het college, mede door de
toenemende vergrijzing, aan deze problematiek het hoofd te bieden? Want minister
Vermeend wil alternatieven om lage inkomens bijvoorbeeld te ondersteunen en dwingt
ook Breda om voorzichtig te zijn met de bijzondere bijstand. Dat is vorige week landelijk
bekend gemaakt. Mijn fractie vindt dat Breda absoluut een evenwichtig beleid voert. Hoe
moet het nou als Vermeend aan de deur klopt? Benieuwd zijn we naar het plan van
aanpak harmonisatie subsidiebeleid en een evenwichtige verdeling van middelen over stad
en dorpen, waarbij mijn fractie nog eens benadrukt dat honderden verenigingen én het
vrijwilligerswerk geen bureaucratie, geen woud met regels, maar volle steun en respect
verdienen. Ik rond af. Mijn fractie concludeerde eerder dat er structureel meer geld op
tafel moet komen voor het onderhoud van de buitenruimte. Het groenbeheer vraagt met
name maatwerk in het kwaliteitsbehoud, ook van de dorpen. Het college heeft ingezet op