30 MEI 2000
164
het tegengaan van dreigende verloedering. Prima, maar wel in overleg met de
dorpsraden, het district en de bewoners moet aan die dreigende achteruitgang het hoofd
worden geboden. Het is een eerste stap, die wij lezen uit de Kadernota. Op de tweede
willen wij nog énkele maanden wachten. Zowel in de bestaande stad als op de
uitbreidingslocaties kunnen bijvoorbeeld stadsgewestelijke middelen structureel ruimte
genereren voor de omvorming van verkeersheuvels in onkruidvrije elementen, om maar
eens een hoofdlijn van het bestuur te noemen. In de richting van wethouder Van Os,
voorzitter, als u het goedvindt, als slotzin: prima initiatieven presenteert ons inziens het
college met de ICT-stadswinkels, met de vraaggerichte intersites en de steun aan het
medium stadstelevisie. Dat was het voor de eerste termijn.
De VOORZITTER
Twaalf minuten.
De heer MEEUWIS
We leven in een tijd van economische hoogconjunctuur, waarin wij ons als individu naast
de primaire zorg en bijbehorende behoeften vooral en nadrukkelijk ook bezig kunnen
houden met de ontplooiing van persoonlijke waarden en onze ontwikkeling. Het
historisch perspectief biedt hierbij een belangrijk referentiepunt in de bepaling van onze
doelstellingen. Breda bestaat bijna 750 jaar en het gevoel voor de geschiedenis van de stad
en de rol die zij in de ontwikkeling van onze huidige staat heeft gespeeld, borrelt bij dit
soort momenten dan ook nadrukkelijk naar boven. Al terugkijkend kun je stellen dat we
soms onze plaats in de geschiedenis, deze al relativerend in ogenschouw nemend, willen
herbevestigen en vanuit het hedendaagse perspectief wensen te corrigeren door foute
beslissingen uit het verleden recht te zetten. Meestal kan dat natuurlijk niet. Gedane
zaken nemen geen keer, zoals men zegt. Maar soms zijn er uitzonderingen. In de loop van
dit jaar doet zich het historisch moment voor om een besluit uit het verleden opnieuw te
overwegen. Ik heb het dan over het water in de stad. Deze stad die zijn oorsprong in het
samenkomen van waterstromen heeft, zal met veel zorg dit moment op weloverwogen
wijze in besluitvorming moeten omzetten. Het is goed om op dit soort momenten even
flink en ambitieus te zijn. De VVD is ambitieus. Uiteraard, en dat wil ik ook heel
nadrukkelijk stellen, niet ten koste van alles. Ambities moeten financierbaar zijn binnen de
uitgangspunten zoals de VVD die kent en zoals de VVD deze ook bij andere grote
projecten weegt. Maar van het kwalitatieve nut van een natte Westflank, ontwikkeld in
goede samenhang met grote economische projecten, is mijn fractie in hoge mate
overtuigd. In het algemeen en samenvattend kan ik stellen dat de VVD-fractie blij is met
de beleidsvoornemens van ons bestuur voor 2001. Ik denk derhalve dat wij als liberalen,
even een vrolijke noot, tevreden kunnen vaststellen dat het liberale pleidooi goed in het
dagelijks bestuur van deze gemeente is doorgedrongen. Vorig jaar hebben wij als raad de
Stadsvisie vastgesteld, een document dat een integrale aanpak voorstelt op alle
ontwikkelingsassen en prioriteiten in de verdere ontwikkeling van Breda. Wat de VVD
betreft is dit een uitstekende aanpak, waarvan we in de Kadernota 2001 de eerste
beleidsmatige handen en voeten zien, die consistent met deze visie worden
geïmplementeerd. Het motto zou kunnen zijn: nu Breda in de startblokken en nu quitte.
Ook aardig is het om vast te stellen dat het college het liberale geluid in zijn
beleidsoverwegingen sterk laat doorklinken. Als medebestuurder van deze stad kunnen
we natuurlijk nooit helemaal tevreden zijn, maar dat zijn wij in ieder geval wel over de
tussenstand anno 2001. De middelen worden op gebalanceerde wijze ingezet. Zo wordt er
geld gereserveerd voor de lokale media en komt er bijvoorbeeld uiteindelijk schot in de
jachthaven. Een zeer belangrijk punt voor de VVD is de bereikbaarheid van de stad en de
bijbehorende investeringen in de mobiliteitsinfrastructuur. De VVD heeft meerdere malen
aangedrongen op deze gebalanceerde ontwikkelingen van de diverse mobiliteitsfuncties
en tevreden stellen we vast dat een aanzienlijk deel van de investeringsruimte naar
maatregelen gaat die de bereikbaarheid van de stad moeten waarborgen. Hierbij is de
balans ook in investeringen naar mobiliteitsvormen goed te noemen. Zowel per auto,
infrastructuur voor fietsers als investeringen in het openbaar vervoer hebben hierbij de
nodige aandacht gekregen. Dat de bereikbaarheid als gevolg van alle projecten om de